Het zal in de naam zitten, sport-school, want altijd als ik daar ben heb ik de neiging om me als een docent te gedragen.
Al die exoten uit Bos & Lommer kennen geen manieren: bellen in de sportschool, appen in de sauna, foto’s maken van sportende vrouwen, een broodje döner eten in de kleedkamer, apparaten niet schoonmaken na gebruik. Er valt nog een hoop op te voeden in de gym.
Ze liep te bellen dus ik wierp haar een vermanende blik toe. Een klein meisje, met dunne beentjes en een buikje dat een baby van een paar maanden of een paar patatjes te veel kon bevatten. Ze deed me aan mijn moeder denken, maar dan een zwarte versie. Ze kwam naast me liggen op de mat.
“Wat is goed voor bauk?” Vroeg ze, terwijl ze over haar buik aaide.
Ik pakte een dumbbell, ging liggen en deed haar wat oefeningen voor. Dat vond ze maar lastig. Na 5 seconden planken stortte ze al in. Ik zei dat ze het minstens een minuut moest volhouden en ik wenste haar succes.
Minder dan een minuut later kwam ze ook de kleedkamer binnen.
“Dat is geen minuut.” zei ik.
“Klaar.” zei ze.
We douchten en toevallig stapten we daarna ook de sauna binnen.
Ze zucht.
“Bauk is niet mooi.” zegt ze terwijl ze naar haar buik wijst. Omdat we naakt zijn, kan ik nu alles van haar zien. Ze is jong, maar ze heeft het lijf dat je bij donkere vrouwen verwacht. Grote, hangerige (niet hangende) borsten met zwarte tepels en een buikje dat bol staat. Anders dan mijn buik waarbij vetlaag over vetlaag valt als bij een Michelin-mannetje.
“Tja, dat buikje he? Daar hebben bijna alle vrouwen last van.”
“Sommige vrouwen hebben zo!!!” waarbij ze haar adem inhoudt, haar buik platdrukt en haar vet naar binnen duwt.
“Ja, jonge vrouwen,” zeg ik. “10 jaar geleden was ik ook veel slanker en had ik geen buikje.”
“Maar jouw lichaam is goed. Alleen jouw bauk niet goed.”
“Ik weet het…”
“Waar kom je vandaan?”
“Eritrea.”
Ik vraag haar of ze kinderen heeft. Om zeker te weten dat ze toch niet stiekem zwanger is.
“Nee. Ik zwanger geweest, maar kind is dood. Twee keer.”
“Wat? Je bent twee keer zwanger geweest en beide keren zijn je kinderen doodgegaan?”
“Een keer ik zelf en andere keer ik ziek. ”
“Joh wat heftig. Sorry…”
“Heb jij kinderen?” vraagt ze mij.
“Nee.”
“Wil jij kinderen?”
“Ik weet het niet.”
“Waarom?”
“Ik heb geen man.”
“Hoe oud ben je?”
“33.”
De situatie lijkt haar ernst te worden, want ze gaat in een strijdbare houding zitten. Ze zet haar benen wijd op de banken van de sauna en het licht vanuit de kleedkamer schijnt als een schijnwerper op haar vagina. Ik ben even afgeleid. Je ziet niet elke dag een Eritrese vagina.
“Jij moet man vinden!”
“Nou…”
“Jij moet!”
“Aardig is niet belangrijk, kind is belangrijk. Jij vindt man voor kind en dan jij krijgt kind, man gaat weg. Maar jij hebt kind.”
Ik moet hard lachen. Ze moest eens weten wat ik gisteren op Facebook postte.
“En jij dan? Wil jij dan niet nog een kind?”
“Ja ik wil, maar mijn man is boos als ik zwanger word. Nu wij zijn klaar. Mijn familie vindt man voor mij in Canada. Ik ben niet blij, maar ik wil kind.”
Ze vertelt over haar man, dat ze pas getrouwd zijn op papier. Ze heeft hem nog nooit gezien, maar hij komt 7 juli naar Nederland. En dan zal ze uiteindelijk naar Canada verhuizen en kinderen krijgen. Dat is het enige wat telt.
“Zoveel water…”zegt ze als ze naar het zweet op haar armen wijst.
“Zweet,” zeg ik terwijl ik haar het zweet op mijn armen toon.
Ik douche me en kleed me aan, zij doucht langer en als ze uit de douche komt, wil ik vertrekken. Ik vraag nog hoe ze heet.
“Theresa.”
“En jou?’
“Lianne.”
Ik hoop voor Theresa dat ze moeder wordt.