“A clean house is a sign of a wasted life”
Schoonmaken en opruimen is nooit aan mij besteed geweest. Sommige mensen hebben tal van argumenten die pleiten voor de schoonmakelarij “je wordt er zo lekker zen van,” “van een opgeruimd huis krijg ik een opgeruimd hoofd”. Allemaal leuk en aardig, maar ik kan veel leukere dingen verzinnen waar ik ook zen van word waar geen allesreiniger mee gemoeid is. En natuurlijk zijn er argumenten vanuit het hygiënisch perfectief waar ik iets gevoeliger voor ben. Mijn huis moet schoon zijn, maar niet super netjes is mijn schoonmaakinstelling.
Nu is dit alles geen probleem wanneer ik alleen zou wonen. De enige die zich kan ergeren aan mijn minimale schoonmaakinspanningen ben ik zelf. Maar helaas woon ik al een tijdje niet meer alleen. Eerst met ex BJ, die mijn rommeligheid in den beginne nog schattig vond, en nu met huisgenoot O. die iets minder van mijn instelling gecharmeerd is. Zijn irritatie heeft hij door de jaren heen vooral laten blijken door me gefrustreerde SMS’jes (SMS ja, want dit is er zo een die geen gebruik meer maakt van het grote, boze Whatsapp en Facebook) te sturen met het verzoek om dingen op te ruimen. Het hoogtepunt kwam toen ik met vakantie ging naar Wenen en ik in het vliegtuig al een boze SMS ontving over een wok die nog op het fornuis stond. Het bizarre is dat ik wel wist dat die wok (met aangekoekte rendang resten) daar stond. Maar toen ik thuiskwam om middernacht was de vaatwasser al vol en wilde ik geen lawaai maken in de keuken door de pan met de hand schoon te maken. Toen ik terugkwam van mijn vakantie had O. alle spullen die ik in de woonkamer had rond laten slingeren op mijn bed gegooid. Lekker slapen onder een deken van troep.
En ik accepteerde dat. Hij is een stuk netter dan ik en ik begrijp dat het voor hem niet fijn is als er overal boeken en pennen rondslingeren. Ik ontneem hem het recht op zenheid. Ik had ook geen zin in een soort van schoonmaakirritatiebattle waarin ik hem voor de voeten zou werpen dat hij in drie jaar tijd nooit de plee had schoongemaakt, nooit de badkamer had geschrobd. Dat ik regelmatig ’s avonds thuiskom van werk en zijn niet doorgetrokken, sterk geurende ochtendurine in de pot aantref of sterker nog een zwart en hard geworden drol. Dat hij zeepjes meeneemt in de douche die vervolgens de vloer bedekken met een laag vet en dat er overal in huis wattenstaafjes rondslingeren en dat ik bovenal te maken heb met een huisgenoot die, ondanks zijn nette karakter, altijd neerslachtig en klagerig is.
Gisteren ontplofte de bom. Het ging over een vuilniszak. Ik had voor mijn verjaardag wat bosjes bloemen gekregen en die had ik in een vuilniszak gestopt. Die zak stond los naast de vuilnisbak, omdat de bosjes bloemen te breed waren om ze in de vuilnisbak te krijgen zonder al te veel troep te maken. Mijn praktische instelling was dat er in die zak nog meer vuilnis kon, dus ik liet hem open in de keuken staan toen ik naar mijn werk ging. Een paar uur later ontving ik een woeste SMS met de mededeling dat hij niet mijn schoonmaakster was en dat het absoluut niet normaal was dat ik die zak open in de keuken had laten staan. Achteraf gezien had ik beter moeten nadenken over hoe het op hem zou overkomen.
Maar ik heb een naar gevoel aan het gesprek over gehouden. Hij was erg boos en schreeuwde tegen me en hij vond mijn houding ongeïnteresseerd en kan niet begrijpen dat ik het schoonhouden van het huis niet belangrijk vind. Hoe ik het zou vinden als hij een open vuilniszak in de keuken achterliet als ik vrienden op bezoek kreeg. Wat mijn vrienden dan wel niet van me zouden denken? Serieus, dat maakt me dus geen hol uit. Ik zeg even tegen mijn vrienden “sorry voor die zak” (en of ik dan mijn huisgenoot of de vuilniszak bedoel mogen ze zelf invullen) en dat is het. Als mijn vrienden mij daardoor een smerig kutwijf vinden, prima, als de netheid van mijn huis een graadmeter is voor vriendschappen dan ben ik ze liever kwijt dan rijk. Opgeruimd staat netjes, zullen we maar zeggen.
Mijn huisgenoot zei: “Je hebt je rommeligheid als een karaktereigenschap geaccepteerd en dat wil je niet veranderen. Dat snap ik niet.” Ik wil dit inderdaad niet veranderen, omdat er heel veel meer in het leven is dan schoonmaken en opruimen. Mijn vrienden en familie, boardgames, films, mijn nieuwe baan, de wereld buiten, reizen, literatuur! Daar liggen mijn prioriteiten. Toch zal ik meer rekening met O. moeten houden. Ik leef nu eenmaal niet alleen en zijn frustratie legt meer en meer een druk op me, waardoor ik ook niet relaxt thuis kan zijn.
Iets wat de Amerikaan gisteren zei trok me over de streep om een schoonmaakster te zoeken: “My friend Lance only does things he likes. For everything he hates, he just pays someone to do it for him. Of course he has money enough.”
Dus dat is wat ik ga doen, zoals Lance zijn, maar dan zonder genoeg geld.
Kan je die O er niet uit bonjouren?
Dat heb ik tijdens dat gesprek wel voortgesneld.