CR #8 Ronald

In Uvita verblijven we twee dagen in open huisje in de achtertuin van Ronald. Als we voor het hek van zijn woning staan, gaat er een irritant alarm af en een hond komt nieuwsgierig blaffend op het hek afgestormd. Een paar seconden later verschijnt Ronald op het erf. Hij opent de poort en we rijden naar binnen.

Terwijl de jonge herdershond Thor onbeholpen naar onze vingers hapt en met zijn grove nagels over onze bovenbenen schraapt staat Ronald ons te woord. Ik kijk naar het gat van de navel van zijn gerimpelde, bruine buik en vraagt me af of er hier een ander soort navelpluis is navels zit dan in Nederland. Hij legt uit hoe we het hek moeten sluiten als we het erf verlaten en welke sleutels er voor welke sloten dienen. N knikt bij alles wat hij zegt en ik kijk intussen naar zijn grijze haar dat nat of vet is en in een miezerig staartje in zijn nek ligt. De top van zijn hoofd is kaal, dus het staartje wordt alleen gemaakt van het haar dat op de zijkanten van zijn hoofd groeit. Een soort omgekeerd gabberkapsel dus.

We worden naar ons huisje begeleid dat twee gesloten slaapkamers heeft en een open ruimte waar de keuken en de tafel zich bevinden. Ik maak me een beetje zorgen over het stapelbed waar ik in slaap, omdat dat geen klamboe heeft en ik tussen de ruime spleten in de vloer wel mogelijkheden zie voor spinnen om de kamer binnen te komen en zich naast me te vlijen in bed. Uiteindelijk vinden we later op de dag een klamboe in de supermarkt waarmee we mijn stapelbed mummificeren.

De volgende dag wekt Ronald ons met verse watermeloen en ananas en daarna wandelen we naar het strand. In het voorbijgaan ziet Ronald mijn regenlaarzen. “Where do you need these boots for?” Hij wijst naar mijn laarzen. “It’s multifunctional, no animal can bite me, they are good for walking in the rain and I won’t get sand between my toes.” Ronald kijkt N aan alsof ik rijp ben voor het gesticht en alhoewel ik de druppels zweet al van mijn knieën naar mijn enkels voel lopen, sta ik achter mijn keuze voor dit praktische schoeisel.

Op het strand trek ik mijn laarzen uit en wandel met mijn blote voeten door het grove, donkere zand. Het zeewater is lauw, totaal niet verkoelend. Maar het voelt fijn om de kracht van de golven tegen mijn kuiten te voelen. Op een stuk waar de zee wat rustiger is, ga ik liggen en laat ik de golven tegen mijn buik en borsten boksen. Niet wetende dat ik op dat tijdstip in de volle zon in de zilte zee zowat levend zou verbanden.

Als we na 2 uur zwetend en hijgend van de hitte weer bij Ronald aankomen, zoeken we eerst verkoeling onder de buitendouche. Ik spoel me af tot ik helemaal afgekoeld ben en daarna pakken we onze tassen in. Ik loop naar Ronald om hem de sleutels te geven.

Hij kijkt me weer vreemd aan. “That is a really nice dress but it’s too warm for you! Why don’t you wear shorts?” Ook nu weer snapt Ronald weinig van mijn kledingkeuze. Om het gesprek af te leiden vraag ik hoe hij in Uvita is beland. Hij vertelde me dat hij na zijn pensioen in Uvita is komen wonen met zijn vrouw. Hij is een ex-marinier en nooit meer van plan om terug te gaan naar Amerika, ook niet om zijn kinderen te zien. “American have the tendency to  fuck things up.” Ik bedacht me hoe groot de haat voor zijn land moest zijn om die haat te preferen boven het zien van je eigen kinderen. ” Als ze me missen komen ze maar hierheen.”  Zei hij schuchter.  Hij vroeg me wat onze volgende stop zou zijn en ik vertelde hem dat we naar de Osa zouden gaan. Hij vroeg me of ik een verrekijker had. Ik vertelde hem dat ik er geen had. Hij vroeg me of ik een mes bij me had. Ook niet. Hij schudde zijn hoofd en dacht waarschijnlijk weer dat ik niet spoorde. Die vrouw in haar veel te mooie jurk gaat de jungle in zonder een mes.

N en ik hijsen tassen in de auto, we hebben meer water bij ons dan nodig is, omdat we steeds denken dat we niet uit de kraan kunnen drinken, maar in Costa Rica blijken ze super schoon water te hebben. Dus dat water ligt maar in de auto te wachten tot het wordt gedronken. We zeggen Ronald nog een keer gedag. Voordat ik in de auto stap vraagt hij of ik nog een momentje heb. Hij houdt zijn hand in de lucht en gebaart een stopteken. Voordat ik kan antwoorden verdwijnt hij al in het huis en komt terug met een aftandse verrekijker. “Here for you, I already have one and you don’t, so please take it!”

Dankbaar neem ik de verrekijker aan. Tussen de brug prijkt wat vet en hondenhaar. Ik stop de verrekijker in mijn rugzak. Zwaai nog een keer naar Ronald en stap in, blij dat hij me geen mes heeft gegeven.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s