Dag #34 – Waterschade –

photo 1 (7)Kleine meisjes worden groot. Mijn jongste zusje gaat op kamers, althans…als ze er een kan  vinden.

Vandaag ging ik met mijn zusje op pad om een kamer te bekijken in Bennekom. Volgende week begint ze aan de Universiteit van Wageningen aan de studie plantenkunde. Menig wietteler zal dat in de oren klinken als een zakelijke investering en oma zou er een vijfsterrenverblijf voor geraniums mee kunnen opzetten, maar volgens mijn zusje is het wel iets meer dan leren hoeveel water de plantjes nodig hebben.

Ik hoop niet dat het meisje dat hiervoor de kamer bewoonde plantenkunde studeerde, want mevrouw had namelijk de kamer water te gegeven en dat is niet erg handig (tenzij je een bananenboom aan het kweken bent, die bestaat namelijk voor meer dan 90% uit water heb ik net gelezen). Met als resultaat dat de hele ruimte veranderde in een zwembad en het water door het plafond naar de onderliggende winkel sijpelde.

Toen we de kamer binnenkwamen zagen we al hoe laat het was: een enorm vochtplek die zich uitstrekte over zo’n beetje de hele vloer en we werden verwelkomd door een lucht die je weleens aantreft in je wasmand met iets te veel natte handdoeken. Niet alleen het tapijt was niet om aan te zien ook de vloer was helemaal kromgetrokken van het water. Daarbij vertoonde het plafond ook wat vreemde plekken en het deed me denken aan de kamer die ik had aan de Jacob van Lennepstraat. Dat plafond had ook plekken en was op sommige plaatsen ongelijk. Daar bleken tientallen muizen rond te lopen die BJ toen nog had geliquideerd met de stofzuigerstang.

Ik vond dat mijn zusje de kamer niet moest nemen. We bedankten voor de rondleiding en we verplaatsten ons naar een terras om wat te eten. Mijn zusje zei dat ze niet had gedacht dat het zo lastig zou zijn om een kamer te vinden in Wageningen. De kamers zijn snel weg of je moet hospiteren. “Dan krijg ik een mailtje van: ‘je springt er niet genoeg uit’ . Wat moet ik dan zeggen? Dat ik een giraffe in de tuin heb en dat ik meedoe aan naakte hardloopwedstrijden?” (dat laatste is overigens waar). Ze zegt: “Ze willen iemand met wie ze kunnen lachen. Met mij kan je heel veel lachen, alleen niet in een e-mail.”  Ik gaf haar gelijk en zei daarom dat zo’n studentenhuis waarschijnlijk ook niets voor haar is. Veel van die mensen hebben zelf nog allemaal een -ik ben gepest op de middelbare school en daarom sneed ik mezelf- ervaring en hebben nu eindelijk de kans om te verdelen en heerschen(over een stinkend hol met ovens die zelf bijna pizza’s zijn geworden en vuilniszakken waar de volgeschoten condooms half uit bungelen, dat wel).

Vervolgens reden we naar de pensionstal waar I. haar paard komt te staan. Daar kregen we van de nuchtere boer een rondleiding: “Bij de gemeente worden ze niet gehinderd door enig denken. Hadden die lui een paaltje naast het ruiterpad geplaatst, zo’n vijftig centimeter naast een verkeersbord. Hoe kunnen die mensen daar dan paardrijden? Toen ben ik er met m’n trekker heen gegaan. Heb ik de boel even platgereden.” Mooi!

Moe maar voldaan stapten we weer in de bus met een nieuwe missie: taart! Volgens Google moest er een zaak in Veenendaal zitten waar ze wel het een en ander verkochten: Brasserie Bij Slik. Onder veel bekijks namen we plaats op het terras, (Veenendaal is niet bepaald bruisend of werelds) ik geloof dat de mensen op het terras meer moeite hadden met de lengte van mijn hakken dan ikzelf. We bestelden een cappuccino en een muntthee om ons vervolgens te beraden op de menukaart. Wat direct opviel was dat het allemaal best prijzig was (voor Veenendaal) en dat we eigenlijk best lang moesten wachten op ons drinken. Na 10 minuten kwam de serveerster. De cappuccino ingezakt en koud en mijn thee kwam in een soort van borrelglaasje met 5 enorme stronken munt die er uit staken. Normaal gesproken ben ik niet zo van het klagen, maar toen ik de takken even optilde ontstond er in het glas hetzelfde effect als in een sneeuwbol. Je hoeft geen plantenkunde te studeren om te zien dat dat niet best is.

Aangezien het personeel ons leek te negeren (twee keer aankijken, twee keer hand opsteken) besloten we te vertrekken. Ik legde een briefje van vijf euro op de tafel met daarbij een notitie: “De fooi mogen jullie gebruiken voor het ontkalken van de waterkoker.”  Een beetje flauw, maar na die waterschade kon ik er echt geen schadelijk water meer bij hebben.

photo 5 (2)photo 3 (5)


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s