Over motorrijden, Kill your Darlings en Heraclitus.
“Some things, once you’ve loved
them, become yours forever.”
Gezien
Er zou een geweldige documentaire inzitten: Wat Amsterdammers meenemen op hun fiets. Gistermorgen fietste ik door het park waar ik een meisje tegenkwam met een enorm Mac televisiescherm op haar voorbagagedrager. Later, op weg naar het Leidseplein kwam ik een jongen tegen die een ladder op zijn stalen ros had bevestigd en toen ik met een vriendin op een terrasje zat (ik heb moeite om dat toe te geven), zagen we een man voorbij fietsen met enorme witte plank op zijn voorbagagedrager. Moraal van het verhaal? Is er niet. Soms is het gaaf om in Amsterdam te wonen.
Gedaan
Mijn vader heeft altijd motoren gehad. Meestal stonden er sowieso twee in de garage. Vroeger een oude Triumph en een crossmotor en momenteel staan er skeletten van motoren door de hele garage. Ik sloop vaak naar de garage om vervolgens op de Triumph te klimmen, de handvaten vast te pakken en te doen alsof ik vrij was. Vervolgens schroefde ik de dop van de benzinetank en inhaleerde de geur van benzine als een junkie. Elke keer als ik tank en de geur van benzine ruik, denk ik aan de oude Triumph in de garage van mijn vader en realiseer ik me dat ook ik heel graag motor wil rijden. Het begon al met de eerste ritjes achterop naar Texel en alhoewel het niet helemaal vergelijkbaar is met een zware motor reed ik in mijn puberteit op een opgevoerde scooter. Veel te hard en veel te graag.
En nu heb ik mijn eerste motorrijles gehad. Ik wist dat ik het gaaf zou gaan vinden, maar het is niet gaaf. Het is verslavend als de benzinegeur in mijn vaders garage. Een uur lang heb ik aan niets anders gedacht en niets anders gevoeld dan de 2 cilinder motor onder me en ik voelde me stoer en licht in de lucht (zelfs met mijn instructeur Kees, minstens 1 meter 90, minstens 100 kilo, achterop). Dinsdag mag ik weer. En ik zou veel vaker gaan als mijn portemonnee me niet zou afremmen. (
Gelezen
Eigenlijk gelezen, gezien en gehoord, maar daar stond al wat. De film Kill Your Darlings…ik heb niet zoveel met poezie. Ik vind het pretentieus en warrig. Ik vind vaak dat dichters zo moeilijk doen over het verwoorden van hun gevoel. Regellang gezwam over verlies en pijn terwijl je toch gewoon kunt schrijven: “ik voel me kut.” Maar het is kunst, dus dan moet het allemaal ingewikkelder, want dan hebben de intellectuelen wat om te begrijpen. De film Kill Your Darlings laat poëzie leven. De openingsscene alleen al is zo waar, dat ik de rest van de film eigenlijk best heb genoten van de dichtkunst.
ALLEN (V.O.)
Some things, once you’ve loved
them, become yours forever.
The body BREAKS the surface and we see the face of its owner
—— DAVID KAMMERER, 33, bearded, handsome. He is clothed, open
white shirt, khakis. Dead.
ALLEN (V.O.)
And if you try to let them go…
Suddenly, a breath: he comes back to life.
David floats back to LUCIEN CARR, 20, (blonde, beautiful,
shirtless and terrified), waist deep in the water.
The scene is playing in REVERSE MOTION.
ALLEN (V.O.)
They only circle back and return to
you.
David’s body LIFTS into the young man’s arms. We see David’s
feet and hands are TIED together with shoelaces. Stones rise
back into his pockets.
ALLEN (V.O.)
They become part of who you are…
A stain of blood on David’s chest shrinks, vanishes.
David’s eyes OPEN.
Geleerd
Ik luister momenteel naar een podcast die me wat leert over filosofie. De titel van de podcast is: The History of Philosophy (mikt vast niet op originaliteitsprijs) without any gaps, en behandelt elke belangrijke filosoof die er ooit is geweest. Zo ook de presocratische filosofen. Alhoewel ik probeer mijn aandacht erbij te houden, is het toch behoorlijk taaie kost en merk ik dat ik af en toe aan taart begin te denken als de docent in kwestie het weer over een of ander basisbeginsel heeft. En de presocratische filosofen wisten gewoon nog niet wat wij weten, dus meestal zijn hun theorieën heel lachwekkend. Maar toch blijft er zo nu en dan wat hangen. Zoals de aanname van Heraclitus dat de mens en de aarde bestaan uit vuur. Het edele in de mens is het vuur. Een aanwijzing hiervoor is bijvoorbeeld dat een mens altijd warm is en als hij sterft dan wordt hij koud. En wanneer men dronken is, is de ziel “nat” geworden, het vuur is gedoofd en de mens wordt onedel. Het soort onedelheid (is vast geen woord) dat ik mijd op feesten als Koningsdag. Maar vuur staat in mijn ogen ook voor passie, de passie die we voelen voor onze omgeving en onze bezigheden en natuurlijk de liefde. Opmerkelijk is ook dat Heraclitus zegt dat verlangen niet goed is voor de mens, omdat het ze van hun ambities afhoudt. Zegt Heraclitus nu dat we verlangen moeten opgeven voor ambities? En is ambitie ook niet een verlangen? Ik denk dat Heraclitus ongelijk heeft. Ik denk dat verlangen wel goed is, zonder verlangen zijn we koud en daarmee dus dood.
Gehoord
Om even bij het thema ambitie te blijven: We hadden een studiemiddag op school. De opdracht was om te praten over thema’s die voor onze school belangrijk zijn. Een daarvan was ambitie. De vraag is: Hoe verhogen we het ambitieniveau van de leerlingen? Voor mij is het daarbij belangrijk dat we ons eigen ambitieniveau ook verhogen. Dat we ons als docenten, zij die van leren hun beroep hebben gemaakt, ook blijven ontwikkelen. Dus ik bedacht dat het leuk zou zijn als we lessen van elkaar zouden kunnen volgen. Een literatuurworkshop Engels of Wiskunde voor de alfa’s na schooltijd, niet als verplichte kost, maar gewoon voor de geïnteresseerden. Dit idee werd niet massaal toegejuicht. “Dat jij daar tijd voor hebt,” zei een collega “ik ga om 15:00 echt naar huis naar mijn kinderen.”
Kinderen. Voor mij nog steeds een heel groot vraagteken, met name vanwege de angst om mijn eigen leven te verliezen. En dergelijke uitspraken wakkeren die angst alleen nog maar meer aan. Een angst dat ik door een kind niet meer zou kunnen leren en de angst dat ouders niet meer de moeite nemen om te leren. Wat kunnen onze kinderen dan van ons leren?