Afgelopen zondag diende zich er een perfecte dag aan. 25 graden, zonnig en vrijgesteld van arbeid in loondienst. De Amerikaan had echter wel een andere taak die om fysieke inspanning vroeg: het uit de grond spitten van 6 wortels van de taxushaag. Het was een zware klus die de hele dag in beslag nam, maar er uiteindelijk voor heeft gezorgd dat onze keuken niet meer schuilgaat achter een groenrijke spinnenflat.
Ik vond het een eerlijke deal dat mijn man 4 maanden na de geboorte van onze uit de kluiten gewassen zoon zelf wat kluiten uit de grond haalde. Maar geen enkele fysieke inspanning doet recht aan de bevalbeproeving. En waar een middagje worteltrekken hier en daar zorgt voor aantrekkelijke spierversteviging doet een zwangerschap en uitdrijving het tegenovergestelde. Sterker nog: je lijf wordt week, je gewrichten zijn nog ver tot in je borstvoedingsfase op standje kwal, de extra vetjes verdwijnen langzamer dan corona, je huid plooit op meerdere plaatsen als middeleeuwse kraag en je krijgt gratis lichaamsversiering in de vorm van striae. Ik noem de meest prominente herinnering aan de zwangerschap van mijn zoon: de tiger flap. Een riant stukje sappig buikvet versierd met paars-blauwe strepen. Sommige mensen op Instagram hebben het geluk geen flaps te hebben. Toegegeven: die eten waarschijnlijk ook minder appelflaps en taartjes dan ik, maar ik denk dat ik voor alle moeders kan spreken als ik zeg dat het lijf na een bevalling nauwelijks binnen de lijntjes blijft.
Terug naar zondag. E. zat samen met buurmeisje B. in een zwembadje. E. had een pakje appelsap dat ze poogde te vullen met het badwater dat geel kleurde door haar eigen pis.
“Nee, E. dat mag je niet doen, dat is heel vies,” zei ik, groot liefhebber van het woord nee.
B, uit het niets: “Papa’s onderbroeken zijn ook heel vies.”
Ik: “Oooooh (buurman M. geschokt aankijkend)…is dat zo? Zijn papa’s onderbroeken heel vies? Je weet toch wel dat je elke dag een schone onderbroek aan moet?”
M: “Dat doe ik ook, het is mijn dochter hier die een week op kamp gaat met 7 schone onderbroeken en weer met 4 schone thuiskomt.”
Ik tegen B.: “Dát is pas vies! Weet je, ik trek elke dag twee schone onderbroeken aan. Eén in de ochtend en één in de avond.”
B: “Waarom?”
Ik: “In de ochtend doe ik een mooie onderbroek aan, in de avond een comfortabele.”
Later, voor het slapengaan, stond ik voor de spiegel in mijn ondergoed. Ik realiseerde me dat ik had gelogen. Niet over de twee onderbroeken, maar over mooi. Ik heb al een jaar geen mooie onderbroek meer aan gehad. In de eerste plaats omdat ik al mijn mooie onderbroeken niet meer pas. In de tweede plaats, omdat ik alleen maar comfortabele onderbroeken wil dragen. Mijn lijf is ook niet meer gemaakt voor de mooie onderbroek. Het zou een belediging zijn voor de onderbroek om de hele tijd tegen mijn onderkant te moeten aankijken. Mijn favoriete onderbroek is een boxerhort van Puma, die was zelfs zo favoriet dat ik er een tweede pak van kocht. Ik heb er nu 6. Het is eigenlijk nog de enige onderbroek die ik draag. De naam van het merk geeft letterlijk aan dat het gaat om kledij voor moekes: pu-MA.

Tiger Flap
Een reactie op “#1 Tiger & Puma”