” How do they get in?” ” They come up through the vines. They can get through tiny, tiny holes, anywhere.”
Cijfer: 9,0
In The Snakes stappen we in de auto bij Bea en Dan, een Londens koppel dat tegen het dertigers dilemma aanloopt. Ze werken beide hard om hun kleine, veel te dure flat te kunnen betalen en komen zo nooit toe aan de dingen toe die ze echt leuk vinden. Om de sleur te doorbreken, besluiten ze een goedkope auto te kopen en 3 maanden door Europa te toeren met een klein beetje spaargeld. De eerste stop die ze maken is in Frankrijk bij Bea’s broer Alex, die daar een hotel runt. Eenmaal daar aangekomen blijkt het niet in bedrijf te zijn. Alex, die na het afkicken van een drugsverslaving een project nodig had, is voornemens de toko op te knappen. Maar Bea en Dan merken al gauw dat hij daar weinig haast mee lijkt te hebben. Als verrassing komen de ouders van Bea en Alex onverwachts op bezoek, iets waar Bea totaal niet op zit te wachten. Zij ziet haar ouders liever gaan dan komen. Dan snapt niet waarom Bea haar ouders haat: het zijn namelijk schatrijke mensen.
Voor het eerst in tijden las ik weer eens een boek dat ik niet weg kon leggen. Ik gebruikte het bad als excuus om weer een half uur te kunnen lezen in The Snakes. Het boek heeft wat mij betreft alles: spanning, originaliteit, sfeer en als je op de juiste plek zoekt dan vind je ook diepgang.
De spanning zit al vroeg in het verhaal wanneer Bea en Dan net hebben besloten op reis te gaan en ze een nachtmerrie heeft.
“She thought how strange it was to have a nightmare when they has such plans, and she was so happy.”
Ook de lezer moet dat vreemd vinden en tegelijkertijd bepaalt het de sfeer voor de rest van het boek. Er staat iets te gebeuren: maar wat? Elke situatie waarin Bea en Dan belanden is een potentieel mysterie, alhoewel dat er nooit te dik bovenop ligt.
Een ander groot vraagteken is de relatie tussen Bea en haar ouders. Ook de lezer vraagt zich af wat er precies is voorgevallen tussen hen. En daarnaast is het een genot om de passages te lezen waarin Bea met haar dominante, rijke vader discussieert. In haar ogen is hij de egoïstische vastgoedmagnaat die om niets anders geeft dan zijn geld. En in zijn ogen is zij een zelfbenoemde heilige die altijd klaarstaat om haar moralistische vinger te heffen.
“(..) I don’t care. You were never going to stop traffic. Not like your mum, fighting them off, she was – still is, for all I know.”
Her legs began to tremble. “This is not an appropriate conversation,” she said.
Griff laughed: “Life is not appropriate, love. It’s not fair. It’s shit.”
In die discussies met haar vader zit ook de diepgang van het verhaal. Vanuit verschillende perspectieven, opgetekend in levensechte en soms ook grappige dialogen laat Jones ook de lezer nadenken over het kapitalisme versus het marxisme, het nut van geld en ook de liefde.
De titel van het boek staat symbool voor de slangenkuil waarin Bea en Dan zich begeven, maar de slangen die zich schuil houden in de dakgoot van het hotel vormen ook een letterlijke bedreiging. Hoe meer ik ook nadenk over de rol van de slang in dit boek, hoe meer in het ga waarderen.
Dus mocht je ergens op een camping in Frankrijk zitten, of nog beter: een hotel, en je bent door je boekenlijst heen dan moet je dit boek lezen. Het enige addertje onder het gras is misschien het einde; ik weet nog steeds niet wat ik daarvan moet vinden en ik hoor het graag van jullie als het zo ver is.