Of we een typisch Siciliaans ontbijt wilden? Nou en of.
Een beetje geschrokken waren we wel toen we om 8:30 een kom met ijs geserveerd kregen met daarnaast een brioche.
In Sicilië ontbijt men in de zomer met granita. Een soort mix tussen een slush puppy en sorbetijs. Het ijs zelf is ruwer dan sorbetijs, maar de smaak is geconcentreerder dan bij een slush. De ober had de smaken voor ons uitgezocht en we kregen: pistache, amandel, bosvruchten en limoen. We keken de kunst van het eten af bij een dame die een tafel verderop zat. Die had een chocolade granita en doopte daarbij het brood in het ijs. Zo moesten wij het dus ook doen. Haal dat beeld even voor je: brood in waterijs dopen. In Nederland doen alleen vervelende kleuters dat, op Sicilië hoort het bij de zomeretiquette.
Na het verfrissende ontbijt dook ik in mijn eentje de stad in, omdat Loes gisteravond door haar enkel is gegaan. Het kon ook niet anders: de wegen zijn hier erger dan in België. Overal zitten gaten in de weg en geen trottoir is gelijk; je moet echt goed opletten waar je loopt. Zwanger zijn tijdens een stedentrip in een warm land is overigens ook geen pretje. Mijn handen zwollen zo erg op dat ik mijn vingers niet meer kon buigen en mijn opgezwollen voeten sneden langs de randen van mijn sandalen waardoor ik na 3 uur lopen verse blaren had.
’s Middags was Loes dapper genoeg om naar een restaurant te lopen en na een voetenbadje kon ik er ook weer tegenaan. We aten inktvis en ricci (zee-egel) en daarna gingen we naar het archeologisch museum in het stadskasteel, niet echt mijn ding, maar Loes wil ook culturele activiteiten ontplooien. Terwijl we oude grafstenen en sculpturen zonder neuzen bekeken hunkerde ik naar een water om in te duiken.
Morgen gaan we richting het zuiden en zullen we eerst Noto bezoeken om vervolgens ergens aan de kust een strandje op te zoeken.