“Kein regen, hier gibt es kein regen.”
De Duitser met rood haar, rood shirt, rode broek en een rode auto zette zijn woorden kracht bij door nog eens met zijn handen een bestraffend gebaar te maken. Maar de Amerikaan sloeg koppig met de geleende hamer de haringen in de grond van camping Hanau. “Better safe than sorry,” zei hij tegen de Duitser, waarop die zijn schouders ophaalde en een slok nam van zijn bier.
Na de natte tent van vorige week hadden we in Italië een zeil gekocht om onze tent te beschermen tegen de regen. Eigenlijk staat onze tent nu in een andere tent. De Amerikaan maakte er nogal een werk van om het zeil te bevestigen en toen de Duitser zei dat het heus niet zou regenen, bedacht ik me dat we ook andere leuke dingen met onze tijd zouden kunnen doen. Maar toen het 30 minuten later, toen we net ons gasstelletje hadden opgezet bij de picknicktafel, begon te regenen, was ik blij met de koppigheid en de padvindersskills van de Amerikaan.
Ons plekje bij de picknicktafel was perfect voor ons avondeten: backpackerscurry en een aspergerisotto gecomplementeerd met tomaten en courgette uit Toscane. De regen kwam echter steeds dikker en harder naar beneden dus we besloten onze mobiele keuken op te pakken en verder te kokkerellen op de vierkante meter voor onze tent in tent.
Terwijl de Amerikaan vers water voor de risotto haalde, controleerde ik de tent op lekke plekken. Ik ging met mijn hand langs het zeil toen ik opeens een harde ruk voelde en daarna klonk een doffe plof op de grond achter me. Ik keek om en zag voor onze ingang een meisje liggen met haar open mond in de bosgrond. Met grote, geschrokken ogen keek ze me aan. En ik keek wat verdwaasd terug. Toen opende ze haar mond, die omringd was met donkere aarde waardoor het leek alsof ze een baard had, en begon te huilen. Ik realiseerde me toen pas dat ze over onze tentlijn was gevallen in haar sprint richting de tent van haar rode vader. De rode tuinstoel die ze met zich meedroeg lag hulpeloos tegen mijn Hyundai.
Gelukkig kwam de Amerikaan aangesneld, die veel attenter is dan ik. Hij hielp het meisje overeind, raapte de stoel op en begeleidde haar naar haar tent. Ik hoorde hoe haar vader haar op haar eigen verantwoordelijkheid wees om uit te kijken voor de lijnen. Snikkend knikte ze terwijl ze mijn richting uitkeek. Vragend stak ik mijn duim omhoog: “Ca va?” vroeg ik onbeholpen. Daarna realiseerde ik me weer dat het Duitsers waren. Dus ik probeerde het nog eens: “Geht es?” Maar ze hoorde me niet, ze stond alweer op, lachend en holde weg de regen in.