Een van mijn vele dromen (naast een ranch in Amerika, een eigen kledingwinkel in Nijmegen of een boek schrijven in zuid-west Frankrijk) is het hebben van een eigen koffie-thee- en taartzaak samen met mijn zusje. We noemen die zaak dan de Koffiekoorner en we serveren het beste van onze baksels.
Als ik zeg ‘het beste’ dan bedoel ik ook het beste. Dan wil ik voor mijn befaamde witte chocolade cheesecake met aalbessensaus alleen de beste witte chocolade en de zoetste bessen. De scones worden gemaakt met echte roomboter en volle melk en de jam en clotted cream zijn zelfgemaakt. Ik serveer mijn producten zoals ik ze zelf ook zou willen eten.
Ik herhaal die laatste zin nog een keer: ik serveer mijn producten zoals ik ze zelf ook zou willen eten. Met dat in mijn achterhoofd zit ik regelmatig vol verbazing in een uitspanning op een of ander misbaksel te kauwen waar ik schandalig veel voor heb betaald. Het lijkt erop dat kwalitatief goed eten alleen nog maar kan in de restaurants die zichzelf, maar vooral de klant, serieus nemen. Ik noem bijvoorbeeld een Sinne in Amsterdam waar de liefde voor wijn en spijs door personeel en klanten wordt gedeeld.
Dat Sinne een sterrenrestaurant is, moet niets uitmaken. Ook zonder ster moet je kunnen koken en ook zonder ster moet je het hoogst haalbare voor je klanten willen. Natuurlijk, moet je niet voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten als je bij de Patatza(a)k zit. Maar als ik 10 euro voor een salade betaal dan hoef ik geen genoegen te nemen met wat ijsbergsla, met 4 stukjes kip en avocado, afgetopt met komkommer en tomaat en een inspiratieloze honing-mosterddressing. Ook voor 10 euro kun je een spannende salade op tafel zetten.
Helaas lijkt de horecaondernemer vaker met zijn bankrekening te denken dan met zijn tong.
De grootse oplichterij van de moderne menukaart vind ik alle gerechten met fruit. Als liefhebber van fruit trap ik er elke keer weer in. Zoals gisteren in de sauna. Onder het mom van een gezonde lunch bestelde ik Vers Fruit met Yoghurt. In mijn fantasie lepel ik heerlijk romige yoghurt met stukjes banaan, perzik, aardbei, kers en framboos naar binnen. In werkelijkheid kreeg ik een bak voor me met zure, magere yoghurt waar een laagje water op lag met daarin stukjes bruin geworden appel, de immer smaakloze watermeloen, harde stukjes peer (want seizoen is eigenlijk over, maar ze zijn zo lekker goedkoop) en ananas. ’s Morgens in alle vroegte in stukjes gesneden door een zwetende student en tot serveren bewaard in een bak in de koelkast, waar inmiddels een laagje vocht in was gaan staan. Voor 2 euro had ik het stilzwijgend verorberd, maar omdat ik (nou ja, de Amerikaan) 8,50 heb betaald voor een bak zure drab met goedkoop fruit schrijf ik er een (fram)boze blog over.
Het meest lekkere fruit is gesneden niet lang houdbaar of te duur en voor het meest lekkere fruit moet je ook een beetje moeite doen. Net als in de liefde. En gaat liefde ook niet vaak door de maag? Dat zou iedereen die met eten en drinken werkt toch moeten weten. Pas dan kunnen we werkelijk van jouw restaurant, broodjeszaak, foodtruck of snackbar gaan houden.