Een verbroken relatie is al onderwerp geweest van menig film en boek.
Zelfs in dit blog heb ik er aardig wat tekst aan gewijd in de hoop dat het gebroken hart sneller zou helen. Op zoek naar gedeelde smart wendt men zich tot verhalen van lotgenoten fictie of non-fictie. We houden ervan om onze pijn in de liefde te delen. Het sterkt ook ons zelfvertrouwen: als ik niet de enige ben die gedumpt is dan ligt het niet alleen aan mij.
Maar waar blijven de verhalen over verbroken vriendschappen? Dat zijn relaties die vaak jaren duren. Een vriendschap kan zelfs decennia meegaan en soms kan het opeens over zijn. Zo was ik gisteren bij mijn zusje I., die in een studentenhuis woont samen met haar beste vriendin. Nou ja, ex-beste vriendin, want sinds een maand is het over. Waar ze vroeger alles samen deden van eten tot weekendjes weg, lopen ze nu zonder iets te zeggen elkaar voorbij. Het proces van ont-kennen is begonnen. Over een tijdje weten ze niets meer van elkaar.
Ook ik heb drie jaar geleden een punt gezet achter mijn langstdurende vriendschapsrelatie. Althans, er is nooit echt een punt achter gezet. Het gebeurde gewoon. Ik had moeten bellen na een telefonische ruzie, maar ik belde niet. Ik durfde niet, vreesde het geschreeuw en de hysterie. En ik belde nooit meer. Met kerst stuurde ik nog een kaart met de beste wensen, mijn uiting van gemis en een verklaring waarom ik nooit meer had gebeld. Ik wilde ook wel afspreken in het nieuwe jaar, zij blijkbaar niet. Het bleef stil.
Een paar maanden later was ik met de trein onderweg naar Obdam. Een zeldzaamheid vanwege het risico op smakkende mensen in het openbaar vervoer. Ik ging mijn motor ophalen die bij mijn ouders stond. Toen ik in Hoorn overstapte naar de nieuwe trein hoorde ik bekende stemmen. Haar kinderen. Met mijn zonnebril op probeerde ik onopgemerkt te ontwaren waren ze zaten. Zij bleek met haar kinderen achterin het treinstel te zitten. Ik twijfelde wat ik moest doen: gewoon op haar afstappen in de trein en doen alsof er niets was gebeurd? “Hey hallo! Wie gehts?” Ik wist niet wat haar reactie zou zijn, voor hetzelfde geld schold ze me de huid vol in de trein. Die scene wilde ik iedereen besparen. Dus ik wilde graag geloven dat ze me niet had gezien, dat ik een prima spion was.
Toen de trein tot stilstand kwam, treuzelde ik wat bij het uitstappen om een ongemakkelijke ontmoeting af te wenden. Ik weet het, de schoonheidsprijs verdient het niet. Dus toen ze met de kinderen uit het zicht was, haalde ik opgelucht adem en liep ik goed geluimd het station af.
“LEKKER LAF HOOR!”
Ze stond me op te wachten bij de uitgang met de kinderen naast zich, handen in haar zij.
Ik heb een hekel aan conflicten, op sommigen kan ik misschien hard en zelfverzekerd overkomen, maar ik heb geen zin in gedoe. Ik ben een soort Zwitserland. Dus het leek me een goed idee om vooral positief te blijven.
“Tja…wel een toeval dat ik je nu hier tegenkom.” Het schoot me opeens te binnen dat het haar verjaardag was en ik feliciteerde haar. Het gesprek verliep niet goed. Ik zal daar verder niet op ingaan, maar mijn angst bleek niet ongegrond.
Was ik laf? Jazeker. Achteraf gezien had ik in de trein op haar en de kinderen af moeten stappen, haar moeten feliciteren met haar verjaardag. Dat was het juiste gebaar geweest. Was het genoeg? Zeker niet, ik denk dat ik dezelfde reactie gehad als die bij de uitgang van het station. Er was al te veel kapot. Maar ik had met minder gevoelens van schaamte teruggedacht aan dat moment.
Inmiddels zijn we helemaal ont-kend. Ik heb geen idee wat ze nu doet en met welke vrienden en liefde ze haar leven deelt. Via omwegen hoor ik soms nog iets over haar. Ik hoop dat ze gelukkig is en dat ze het goed maakt al denk ik dat de kans klein is dat ze het ooit goedmaakt.