Ik woon in de Kolenkitbuurt in Amsterdam West. Met 28,3% zijn de autochtonen daar in de minderheid.
De overige bewoners van de wijk komen uit alle windstreken, maar vooral Marokko (39%) en Turkije (23%). De voertaal op straat is Arabisch of Turks en tijdens de zomermaanden zijn de straten, op een verdwaalde bruiloft of gewonnen voetbalwedstrijd na, stil omdat iedereen in het land van herkomst vertoeft. In mijn wijk leeft men niet met elkaar, maar langs elkaar. De met TL-verlichte meubelzaken verkopen goudkleurige theepotten en paarse stoelen met diamanten armleuningen. Een paar groentenboertjes verkopen rotte druiven en gerimpelde mango’s en het ene na het andere waterpijpcafe duikt op en gaat weer ten onder. Ik hoefde nooit per se naar Turkije om me in Turkije te wanen.
Maar er kwamen ook andere Turken in mijn leven. Zoals de man van mijn vriendin S. Die vanuit Turkije naar Nederland emigreerde toen hij nog klein was. En de studentes M. en N. die na hun master aan de Universiteit van Leiden Nederlandse lessen bij mij volgden, omdat ze het inburgeringsexamen wilden doen.
Diezelfde M. nodigde me uit voor haar bruiloft dit weekend in Istanbul. Dus ik vloog afgelopen donderdag samen met vriendin S. (mijn partner voor dit weekend) naar vliegveld Ataturk.
Istanbul is niet zoals Amsterdam West, maar het is wel heel Westers. Hippe koffietentjes, hipsterrestaurantjes waar je in plaats van Turkse rijst quinoa bij je Kofte krijgt. Jonge getatoeëerde mensen met hoge spijkerbroeken en korte shirtjes die met Macbooks de terrasjes op de stoepen bevolken. Met dat beeld is het bijna overbodig om te zeggen dat weinig vrouwen hier nog een hoofddoek dragen. De dikke straatkatten liggen op de daken van Volkswagens te spinnen in de zon, nadat ze hebben gegeten uit de vele voerbakjes die voor hen zijn klaargezet door de buurtbewoners. Ik stop haast bij elke kat (kedi) om een foto te maken, want ze zijn allemaal fotogeniek! Het is heerlijk om door de straten te struinen, de kleine winkeltjes binnen te wandelen, en het briesje van de Bosporus, dat soms oplaait, te voelen. De kans om in deze wijk (Karakoy) een glimp van de glinsterende Bosporus op te vangen is groot. En bij elke straat die ik inloop, ben ik opgelucht als ik zie dat het water me vergezelt aan mijn zijde. Overal kun je uitgebreide ontbijtjes bestellen met Turkse worst, verschillende kazen, olijven, huisgemaakte jam en eieren. Op zo’n ontbijt kan ik de hele dag teren. De mensen zijn vriendelijk en correct en ‘nee’ is geen antwoord. Als een winkel niet heeft wat je zoekt dan helpen ze je om het te vinden.
Dat is het straatbeeld in de betere wijken. Sla je per ongeluk een straat te vroeg af dan zie je dat ook hier men langs elkaar heen leeft. De temperatuur stijgt meteen 5 graden, de gehavende straatkatten liggen op stapels vuilnis of in verlaten gebouwen en mannen en vrouwen slapen in smerige kleding in de schaarse schaduw. De vuilnisdienst is mensonterend. Zongebruinde mannen zeulen karretjes met grote zakken achter zich aan waarin ze het vuil verzamelen. Het verschil tussen arm en rijk is merkbaar op de straten. Op dezelfde straathoek waar de hipsters koffie drinken, zit een bejaarde man met een kromme rug in de bijtende zon schoenen te poetsen. Ik word daar ongemakkelijk van, de oneerlijkheid van het leven. Erdogan heeft de afgelopen weken niet stilgezeten. Nadat hij de verkiezingen won, heeft hij de stad behangen met posters en banners waarop hij de inwoners van Istanbul bedankt. Bij de mensen die wij spraken, leeft angst voor de toekomst, de economie. Ook de Uber chauffeurs hebben het zwaar. Sinds een maand heeft Erdogan Uber verboden, maar de chauffeurs rijden nog rond, omdat ze willen werken. In achteraf steegjes en straatjes moeten ze hun passagiers ontvangen, omdat ze bang zijn voor de politie.
Maar wij hadden een geweldig feest hier dat zoveel verschillende nationaliteiten samenbracht. We dansten en dronken en deelden voor even onze levens in een stad die ook wil delen. Dat voel ik aan alles. Istanbul heeft veel te bieden qua kennis en cultuur. De mensen hier hebben zin in de toekomst, de stad is jong en openminded. Ik hoop dat Istanbul een kant op gaat die goed is voor haar bewoners: de mensen en de dieren die hier voornamelijk buiten leven als ze even of altijd niet binnen zijn.
Een reactie op “Mijn Istanbul”