Dag #3 Ome Kees

img_5852
Vol verwachting enzo

Het was een goed weekend.

Zaterdag ging ik naar Hensbroek om sinterklaas te vieren met mijn ouders en zusjes. Ik schrijf hier bewust ouders en zusjes, want als je het op je tweeëndertigste over ‘mijn familie’ hebt dan denkt men misschien dat je het over je man en kinderen hebt en moet je die situatie ook weer verklaren.

Maar goed, ik moest mijn surprise nog maken en er moesten nog allemaal last minute cadeaus worden gekocht. Maar het verliep soepel; even het centrum van Alkmaar in en daarna naar Middenwaard in Heerhugowaard. Van alle plaatsen in Nederland bleek Sinterklaas zich op 2 december op te houden in Middenwaard voor fotomomentjes met kinderen en verstandelijk gehandicapten. De fotografe was een oud-klasgenootje dat kennelijk in Heerhugowaard is blijven hangen. Ze zag er geweldig uit: lange zwarte krullen, rode lippen en een toffe jurk. Ik liep in mijn trainingsbroek zonder make-up met rollen inpakpapier onder mijn arm. Met de dikke lens van de camera in haar handen zei ze me flitsend gedag. “Hey.” mompelde ik terwijl ik met met mijn arm de rollen pakpapier tegen mijn zij drukte en onhandig naar haar zwaaide. Waarom zwaaide ik? Terwijl Sinterklaas zich naar zijn stoel begaf, deelden de zwarte pieten pepernoten uit (in Heerhugowaard zijn ze nog zwart, geef het tien jaar dan zijn ze daar ook om). Ik weet niet wat het is. Ik heb een zwak voor Sinterklaas en als ik hem dan ook nog zie op de dag van onze pakjesavond is het feestgevoel compleet. Iemand zei gisteren “sinterklaas is gewoon wat minder gelikt dan kerst, wat kneuteriger. Daarom is sinterklaas zo leuk.”

Voor mijn zusje kocht ik bij Dille en Kamille (best leuk) een ‘doe het zelf likeur’. Dat is een fles met fruit, kruiden en suiker erin waar je enkel nog jenever of brandewijn bij moet gooien. Dus ik kocht ook een fles jenever want anders had ze nog geen fuck aan het cadeau. ’s Avonds toen ze de fles jenever uitpakte, keek ze een beetje verbaasd.
“Hoort dit zo?” vroeg ze, terwijl ze de fles omhooghield. De fles jenever was voor driekwart vol en het pakpapier was nattig. Rondom de dop kleefde het een beetje.
“Eh nee…,”  zei ik, “Toen ik de fles kocht, was ‘ie vol. En ik heb ‘m net ingepakt en toen heb ik ook niets geks gezien.”
Mijn moeder merkte op dat de fles misschien was gaan lekken in de auto, omdat hij uit de boodschappentas was gevallen. Maar een lekkende fles had op zijn minst een plasje jenever moeten achterlaten in de auto of op de vloer waar de fles al een tijdje ingepakt stond. Het mysterie bleef onopgelost.

Tot de volgende ochtend. Ik kwam in mijn pyjama de huiskamer binnen en zag op de tafel een volle fles jenever staan. Mijn vader zat ernaast, over zijn studieboeken gebogen. “Hoe komt die fles nou weer vol?” vroeg ik, nog niet helemaal wakker.
“Ik keek vannacht nog even in de koelkast en daar stond dus nog een fles jenever, toevallig van hetzelfde merk. Die fles die jij in hebt ingepakt is de jenever die we al 6 jaar in de koelkast hebben liggen voor ome Kees.”


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s