Iemand zei dit weekend: “onze leeftijd is de kutste leeftijd die er is.”
Onze leeftijd is de leeftijd van eind twintig tot midden dertig. Een leeftijd waarin er, voor ons vrouwen (want voor mannen kan dat ook later), van alles moet gebeuren. Trouwen, kinderen krijgen, huizen kopen, verre reizen maken. We moeten het allemaal afvinken. Maar van wie moet dat eigenlijk? Er is niemand die zegt dat het moet, maar toch voelen we allemaal de hete adem in onze nek van de verwachting.
Dit weekend waren er allemaal feestjes: mijn scharrel werd 29, mijn ouders waren 35 jaar getrouwd en we gaven een baby shower voor een vriendin die in verwachting is van haar tweede.
Mooie dingen.
Op zo’n baby shower gaat het dan over die mooie dingen. Over zwangerschap, over reizen, over trouwen en jurken en ringen. Maar het is ook confronterend. Ik heb of ben dat allemaal niet. Ik ben niet zwanger, heb geen kinderen en ik ben niemands vrouw. Ik ben/heb mezelf.
Want hoe confronterend het soms ook is. Ik ben eigenlijk niet ongelukkig. Dat was ik een tijd geleden wel. Eenzaam en bang dat ik nooit een partner zou vinden. Maar nu is het anders, ik wil geen partner om een partner te willen en dat geldt al helemaal voor kinderen. Mijn levensdoel is nooit het moederschap geweest. Maar door de omgeving, de verwachtingen ga ik daar soms wel aan twijfelen. Wat als ik het mis, de kans om het ouderschap te ervaren?
En so what? Dan mis ik die kans maar. En dan denk ik aan alle kansen die ik heb wel gehad. Het suffe samenwonen met BJ, de passie met D. en de negen maanden durende vakantie met N. Dat zijn kansen, dat is leven. En daar twijfel ik niet aan.