De laatste blog vanuit Costa Rica gaat over mijn obsessie die bijna 3 weken heeft geduurd. Dit keer is het geen vent, maar een kleedje.
Vanaf Uvita zag ik het kleedje in elk huisje of elke kamer waarin we verbleven. Eigenlijk stelde het kleedje niet zoveel voor. Ik weet ook niet precies waarvan het gemaakt is, maar ik vond het bijzonder dat ze in alle huizen dezelfde kleedjes hadden. Het kleedje is multi-inzetbaar. Het kan worden gebruikt in de badkamer, wc, keuken of huiskamer.
De eerste keer dat ik besloot te vragen waar ze de kleedjes verkochten was in Monteverde. Ik maakte een foto, zodat ik duidelijk kon maken wat ik zocht als mijn Spaans niet werd begrepen. De eigenaresse van het huisje zei dat ze te koop waren bij een winkel genaamd “Ecuador”. Zo ontstond de aanname dat het kleedje misschien van Ecuadoriaanse komaf was. We konden winkel Ecuador niet vinden. Ik vroeg het weer in een kledingwinkel waarop de verkoopster antwoordde dat een marktkoopman eens in de zoveel tijd met die kleedjes langs de deuren gaat. Een teleurstellend antwoord dus. Ook een jongen die ik sprak op Tinder zei dat ik de beste kans had om de kleedjes te vinden op de markt in San Jose. Dus ik dacht: als we nu een markt vinden in een andere stad maak ik misschien nog kans.
Dus in elk dorpje waar we kwamen, hield ik mijn ogen open voor het kleedje. In kleine toeristische winkeltjes waar ze bijvoorbeeld handwerk verkochten, hoopte ik ze te vinden. Maar steeds ving ik bot.
In Los Chiles vlakbij de Nicaraguaanse grens liep ik gewapend met mijn foto een soort doe-het-zelf-winkel binnen. Hier gaven ze als tip om het bij de kledingwinkeltjes verderop te proberen. Maar toen ik daar aan kwam zetten met mijn verhaal, schudden ze hun hoofd. De laatste tip kwam van de eigenaresse van het hotel in Cano Negro. Volgens haar waren de kleedjes te koop in de grotere Pali’s (een goedkope supermarkt). Maar we hadden al eens bij een Pali gekeken en daar hadden ze ze niet.
Twee dagen voor ons vertrek reden we naar La Fortuna door een dorp genaam Boca Arenal. Daar spotte ik een grote supermarkt en een bovennatuurlijke kracht gaf me in dat ik daar wellicht mijn kleedje zou vinden. Ik gooide het stuur onverwacht om en parkeerde de auto. “Je realiseert je dat het nu echt een obsessie begint te worden.” Zuchtte N. “Ja, maar ik heb het gevoel dat ze hier zijn. Blijf jij maar in de auto wachten.” Dus hoopvol struinde ik de schappen af om uiteindelijk achterin de winkel, bij de schoonmaakspullen een voorraad kleedjes aan te treffen. Toegegeven, ze waren niet zo mooi als het fotomodelkleedje, maar het waren wel de typische kleedjes waar ik al wekenlang met mijn blote voeten op had gestaan in de badkamer. Ik zocht vijf verschillende uit net op het moment dat Despacito (mijn favoriete nummer momenteel) door de winkeldj werd gedraaid. En terwijl ik meezingend naar de kassa toog, botste ik tegen een man aan die precies net zo vrolijk aan het meezingen was als ik. We lachten naar elkaar, een klein geluksmomentje. In een foute Spaanse soap zouden we elkaar diep in de ogen aan hebben gekeken, beseffend hoe onze gemeenschappelijke muzieksmaak ons bij elkaar had gebracht, dan hadden we nummers uitgewisseld en ’s avonds afgesproken om hartstochtelijke seks te hebben op het kleedje.
Oh ik hou ook van die kleedjes. Ik heb ze van het tuincentrum voor bijna niks gekocht.