CR #9 Slotjes

Om 4:45 stapten we in de auto om onze gids op te pikken in Puerto Jimenez. Vanaf daar zou ze ons de weg wijzen naar Carate. Daar zou onze tour naar Leona Station beginnen. 

Onze gids, Catalina, stond ons op te wachten met een scope die bijna groter was dan zijzelf. Ze was jong, en knap, en de enige oneffenheid in haar gezicht, een pukkel die leek op een krent, bevond zich onder haar linkeroog. Ik schatte haar 25, ze droeg een beugel met groene elastiekjes. Ze stapte een beetje verlegen bij ons in en vroeg of we nog langs de bakker wilden voor ontbijt. We hadden al ontbeten, maar tegen een verse bakker zegt ook een volle maag geen nee.

De rit naar Carate van 50 km duurde ruim 1,5 uur en ging over een onverharde weg vol kuilen en keien en we moesten 6 keer een rivier oversteken. Catalina bleef beleefd aanwijzingen geven en soms stopten we ergens waar ook veel andere gidsen stopten, omdat er kennelijk iets te zien was. Het werd al snel duidelijk dat Catalina vooral een neus had voor de goede neus van andere gidsen en zelf nog ietwat onervaren was. Maar aangezien wij helemaal geen idee hadden waar we moesten zoeken naar beesten en planten vonden we het allang prima. Een van de andere gidsen droeg ook een beugel. Ik grapte tegen N dat de gidsen blijkbaar goed genoeg verdienden om zich een orthodontist te kunnen veroorloven.

In het park deed Catalina haar best om aan ons wat natuurgeheimen prijs te geven. Ze liet ons ruiken aan bloemen en blaadjes, ze vertelde hoe de palmbomen zich verspreiden. Ze wees ons op de killertrees en de immense boomwortels. We hoopten op een tapir en een sloth (luiaard), maar we zagen vooral veel papegaaien. Dat Catalina deze tocht bijna dagelijks liep, was te merken aan haar tempo. Haar slanke, korte beentjes marcheerden rap door het woud en N en ik hobbelden er bezweet en rood aangelopen achteraan. Dat Catalina een stuk minder zweette bleek wel uit het feit dat zij twee keer achter een boom moest pissen, terwijl N en ik alles via onze poriën uit hadden gepist.

Toen we bij het einde van de tocht waren aangekomen, dronken N en ik dankbaar kokoswater uit een op het strand opgepikte kokosnoot. Stiekem blij dat we onze voeten konden sussen met de boodschap dat we snel zouden terugkeren. Maar, zoals dat al de hele tocht ging, kwam het Catalina ten gehore dat er op 10 minuten loopafstand nog een tapir zou zitten. Dus of we nog even wilden doorlopen om de tapir te zien. Aangezien voeten maar beperkt deel uitmaken van de totale besluitvorming stemden we in met de verlengde route. En 10 minuten werd natuurlijk op zijn Costa Ricaans een half uur, maar uiteindelijk zagen we de tapir, een siësta houdend in een modderbad. Mijn lijf had zich op dat moment maar wat graag bij hem gevoegd. Maar we moesten nog 3 uur terugwandelen.

Hoe langer we liepen, of beter gezegd sjokten, hoe meer Catalina zich op haar gemak leek te voelen. Ze dacht vast dat als ze nog minstens drie uur aan die slomerds opgescheept zou zitten ze er maar het beste van kon maken. Ze vroeg ons naar ons leven in Amsterdam en naar ons werk. Ze vertelde dat ze Mora van haar achternaam heet, dus ik hield een heel betoog over bitterballen en kroketten. Ook vertelde ik hoe hard mensen mogen rijden op de Nederlandse snelwegen, daarover was ze meer verbaasd dan over de bitterballen. Ze kon zich niet voorstellen hoe vlak Nederland is, laat staan hoe het soab asfalt werkt.

En toen ging het over de liefde. Ik vind altijd wel een manier om het gesprek richting de liefde te sturen. Catalina had ‘misschien’ een vriendje. Ze was nu twee maanden aan het daten met iemand die ook als gids werkt. Ik begon natuurlijk meteen te gissen naar de gidsende gast. Hebben we ‘m gezien vandaag? was het de gids met het petje? Ja, we hadden hem gezien vandaag en het bleek de gids met de beugel te zijn. We hadden niks door gehad. “Heel professioneel van je,” zei ik. Ze bekende ons dat ze nog niet helemaal zeker wist of ze klaar was voor een stabiele relatie. Ja, ze was inmiddels 28, dus het werd wel tijd voor iets serieus, maar ze was er nog niet klaar voor om alles met hem te delen. Haar huis, haar tijd. Ze bekende ons dat ze, vooral na een lange werkdag, geen zin had om hem te zien. Voor mij is het ondenkbaar dat ik geen zin heb om mijn vriend te zien, ik heb altijd zin om hem te zien ook al ben ik zo moe dat ik kwijlend op zijn bovenbeen in slaap val terwijl hij voetbal kijkt.

Ik vroeg haar wat ze zoekt in een man. Ze zei dat ze het belangrijk vindt dat haar partner een gezonde levensstijl heeft, dat hij goed voor zijn lichaam zorgt en dat hij van de natuur houdt. En terwijl we terugreden over de onverharde weg zag ik ze voor me, in de jungle, met hun slotjesbeugel op zoek naar slothjes. Ik vond het een mooie gedachte.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s