Kontfront

irisHet was 1997.
Omdat ik borsten en heupen begon te krijgen, paste mijn paardrijbroek niet meer.

Ik mocht voor mijn verjaardag een nieuwe uitzoeken. Mijn moeder en ik gingen naar Vroegop in Sint Pancras. Een winkel waar ze paardenspullen verkochten. Onmiskenbaar want op de stoep stond een gigantisch plastic paard dat een zelfde effect op jonge paardenfans had zoals de gele M dat op vrijwel alle kinderen had.

Ik trok mijn oude, vertrouwde maat uit de stelling maar ik kwam er niet meer in. Mijn moeder keek vertederd zoals alleen een moeder kan kijken.
“Ja meisje, je hebt nou eenmaal de volle billen van je vader.”
Ik kon wel janken. Ze had zojuist gezegd dat ik een dikke zeug was. Geen enkel kind wil een dikke reet. Dus gedurende mijn puberteit knoopte ik truien om mijn middel om “mijn vaders billen” te verstoppen. Vanaf dat moment keek ik ook vaker dan me lief was naar de kont van mijn vader, maar ik snapte niet zo goed waar die volheid ‘m nou precies in zat. Misschien hield ‘ie wel de hele dag zijn kont in. In ieder geval waren het niet zulke negerbillen als ik had gezien in de videoclips.

Fast forward naar volwassenheid. Na Jennifer Lopez waren volle billen opeens in. Mijn beste vriendin met haar brede heupen en roomwitte bilpartij werd regelmatig nageroepen door de Surinamers. Maar ik kreeg ook complimentjes van vriendinnen en vriendjes over mijn achterste. Toen ik in Portugal werkte, kwamen er zelfs een paar jongens naar me toe die onderling hadden besloten dat mijn kont de beste kont van heel Albufeira was. De trots groeide.

Jarenlang was het rustig aan het kontfront. Tot ik vier jaar geleden een weekendje wegging met mezelf. Ik had een kamer geboekt bij een Bed and Breakfast in het Friese Boornbergum. Als je lief was, mocht je ook op de paarden rijden die eigendom waren van het B&B. Dus het leek me het ultieme ontspanningsweekend: lezen, schrijven, zonnen en paardrijden.

Daar aangekomen klikte het tussen mij en de eigenaresse van het B&B en diezelfde dag nog maakte ik samen met haar een rit op de paarden. Het viel me wel op dat de twee Friese merries nogal slecht luisterden. Maar goed, het was mooi weer en ik zat op een paard dus mij kon niks gebeuren.

Die avond kreeg ik een berichtje van vriendin G wat ik aan het doen was en of ik zin had om af te spreken. Ik stuurde haar dat ik in een hutje op de hei zat tot zondag, maar dat ze welkom was om zich bij me te voegen en als ze het leuk vond, konden we zondagochtend gaan paardrijden. Dat vond ze een prima plan dus ze voegde zich zaterdagavond bij me in Friesland.

Die zondagochtend had de eigenaresse de paarden voor ons uit de wei gehaald en ik maakte ze vast aan de rand van de bak. Ik weet nog dat ik Klaartje (het paard) extra goed vastmaakte, omdat ik haar eerder dat weekend had ervaren als een pittige tante. G was haar paard aan het borstelen en ik liep naar de stallen om het tuig te halen. In het voorbijgaan hoorde ik het schrikdraad tikken en realiseerde ik me dat het vreemd was dat dat aan stond. Toen ik met mijn armen vol tuig terugliep naar de bak, kwam er een groepje wielrenners uit het naastgelegen bos. Klaartje schrok hier zo van dat ze steigerde en daarbij met haar voorhoeven verstrikt raakte in het schrikdraad. En toen was er paniek. Ze trok uit alle macht aan het touw waarmee ze vastzat aan het hek.

En ik, met mijn domme hoofd, liet het tuig uit mijn armen vallen en rende op Klaartje af in een poging haar los te maken. Maar Klaartje had andere plannen voor me. In de paniek duwde ze me omver waardoor ik op de grond onder haar belandde. Al snel voelde ik haar Friese hoeven in mijn onderrug. Daarna op mijn bovenbenen en billen. Ik weet nog dat ik me heel koeltjes realiseerde dat ik een paar honderd kilo paardenvlees op me had staan. Ik voelde me, in tegenstelling tot hoe alles eruit moet hebben gezien, volkomen rustig. Ik wist dat ik mijn hoofd moest beschermen en zo rustig mogelijk moest blijven liggen. Weer die hoeven op mijn billen en rug en ik bleef hopen dat het snel over zou zijn. Ik dacht ook dat als ik zou sterven dat het dan goed zou zijn. Ik kon toch niets doen.

En toen was het rustig. Klaartje stond briesend naast me en werd vastgehouden door de eigenaresse. Ik keek om me heen en zag de wielrenners het tafereel filmen met hun telefoon. Ik zag G die met tranen in haar ogen vol ongeloof naar me stond te kijken. En ik probeerde op te staan, maar dat lukte niet. Ik kroop of sleepte mezelf naar het midden van de bak en daar voelde ik pas wat er was gebeurd. Mijn mond zat onder het bloed, omdat ik op mijn tong had gebeten van angst. Na een paar minuten kon ik langzaam staan en lopen, alles voelde beurs maar niet kapot. Het leek erger dan het was. Voor de zekerheid gingen we nog wel naar het ziekenhuis.
“Je hebt geluk gehad, met name je wekere delen zijn beschadigd,” zei de arts. Kortom mijn vet had me gered. Ik hield er niets ernstig aan over, maar na een aantal maanden bleek wel dat de scheur in mijn kontspier nooit meer zou helen. Dat betekent dat er dus nu een soort kuil in mijn linkerbil zit. Hij is dus niet meer vol als vroeger.

De schaamte die twintig jaar geleden ontstond in de wereld van het paard ging over in trots die alsnog werd vertrapt door een paard.


Een reactie op “Kontfront

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s