“Anyone what tells you they don’t like bacon is either stupid or lying. Either way that ain’t no one you can trust.”
Cijfer: 7
Na de Big Damn Stupid is de wereld zoals we die kennen niet meer hetzelfde. De ouders van een jong meisje trekken naar het noorden om hun geluk daar te beproeven en laten hun dochter achter bij haar oma. Maar na een storm met code rood wordt het dorp verwoest en belandt het meisje alleen in het bos. Na dagenlang rondzwerven met een knorrende maag loopt ze tegen een hutje aan waar stukken vlees in een rookkast hangen en ze stort zich op het sappige vlees. De bewoner van de hut, een gigantische kerel, betrapt het meisje. Maar in tegenstelling tot kwaad te worden en haar te straffen, ontfermt hij zich over haar. Hij geeft haar eten en drinken en een slaapplaats en belooft naar oma te zoeken in het dorp. Maar hij komt terug met niets dan slechts nieuws. Haar oma is dood. En zo wordt de man die zij Trapper noemt haar vader. En haar vader geeft haar de naam ‘Elka’.
En zo groeit Elka op bij de man die haar leert jagen, vuur maken en overleven in alle weersomstandigheden. Soms is hij dagen van huis om te jagen en dan mag zij niet mee. Maar hij komt altijd terug met grote stukken vlees waar ze dan weken van eten. Als Elka op een dag het dorp ingaat wordt ze aangesproken door magistraat Lyon. Of ze toevallig de man op de foto kent, hij is een meedogenloze moordenaar. Op de poster kijkt ze recht in de ogen van de man die ze haar vader noemt.
The Wolf Road is een avontuurlijk boek met een sterke vrouwelijke lead. Altijd een verademing om te lezen dat vrouwen ook kunnen schelden en jagen. Elka is een vrouw van weinig woorden en echt wereldwijs is ze ook niet, maar haar eerlijkheid en primitiviteit maken haar sympathiek en grappig. Of zoals Penelope (de vriendin die ze ontmoet tijdens haar avonturen): “she’s a diamond.” Soms doet ze denken aan een dier, gefocust op overleven en geleid door de signalen van de natuur.
“I couldn’t tell you the last time I had a bath. Didn’t much like ‘em, seemed to take too long when I could a’been setting traps or chopping wood.”
Ook door de consequente schrijfstijl van Lewis komt Elka goed uit de verf, het inslikken van woorden en het platte taalgebruik houdt ze het hele boek goed vol en je hoort de woorden zoals Elka ze zegt door je hoofd galmen.
“The wild keep going till it don’t have strenght in it’s muscles and bones. The wild don’t give up; it’s forever and so was I.”
En ondanks haar simpliciteit komt ze af en toe met heldere levenswijsheden die juist zijn vanwege hun ongecompliceerdheid.
“Memories ain’t no ones friend. They show you all the things you had, all the good things you lost and don’t let you forget all the bad shit in between.”
Dus het hoogtepunt van het boek is Elka zelf. De rest is onderhoudend en bij vlagen zwak. De plot is wat doorzichtig en voorspelbaar; eigenlijk weet je al vrij snel hoe de vork in de steel zit en hoe het verhaal zal verlopen. Dus echt spannend wordt het, ondanks het thema doet vermoeden, niet. Om het verhaal wat te rekken (vermoed ik) zijn bepaalde gebeurtenissen uitgesteld wat naar mijn idee niet erg realistisch is. Maar ook al was ik me daarvan bewust, ik vond het niet storend.
Uiteindelijk is Wolf Road een boek over goed en kwaad en liefde. Welke slechte dingen kun je doen in naam van het goede? Maakte een slechte daad je een slecht mens? Bestaan er überhaupt wel slechte mensen? Elka denkt van niet. En dit is ook geen slecht boek.
“A man couldn’t do what he did. He’s a monster.”
“Ain’t no monster. Monsters ain’t real except in kids’ imaginations, under the beds in the closets. (..) Callin’ them monsters makes ‘em something different from the rest of us but they ain’t. They just men, flesh, blood and bone. Bad ‘uns, truth, but men all the same.”