Een eigen paard

mcgregor-leren-jas-luras-tp_1114521633968929096fWanneer weet je of je iemand leuk vindt? Leuke dates zijn er in overvloed, maar wat maakt dat je iemand echt leuk vindt? Een gevoel dat zegt: “jou wil ik bij me hebben.”  


Als ik denk aan de mannen die voor langere tijd in mijn leven zijn geweest was er altijd iets van frictie. Iets wat me stoorde aan hun uiterlijk of gedrag wat uiteindelijk toch mijn interesse wekte…

Toen ex BJ aan kwam lopen bij de Melkweg dacht ik: “What the fuck is dat voor jas?” De man moet hebben gedacht dat leren jackies in die tijd hip waren, dat waren ze ook, maar dat exemplaar was hoogstwaarschijnlijk ergens midden jaren ’90 aangeschaft in de tijd dat men het niet zo nauw nam met een getailleerde pasvorm. BJ droeg het bruine koeienvel als een soort slobbertrui waarbij zijn handen in zijn mouwen verdwenen. Dat enorme formaat van die jas deed sowieso al niet veel goeds voor zijn iele postuur. Maar toen we samen een concert bijwoonden en hij vanachter in mijn oor fluisterde: “Ik vind je leuk.” Draaide ik me om en vroeg: “Leuk om alleen te neuken of echt leuk?” Hij zei: “Beide.” En ik was verkocht.

Wat een eikel, dacht ik, toen mijn ex D de ruimte binnenliep waar we elkaar voor het eerst ontmoetten. De hufter was minstens een uur te laat voor een weekendje weg met de vriendenclub en kwam breeduit lachend, gehuld in een pak, zwaaiend met de sleutels van zijn BMW de kamer binnenwandelen. Ook tijdens het eten werd zijn zelfingenomenheid opgediend samen met de shoarmaschotel. Maar toen ik hem ’s avonds in zijn kamer zijn broek zag uitdoen en hij daar opeens zo kwetsbaar stond in zijn geruite boxers…moest ik vloekend toegeven dat ik hem godverdomme leuk vond.

En N….die zat op me te wachten bij de fontein voor Hotel Americain. Met zijn Eastpak op zijn rug en zijn All Stars aan dacht ik: “God, wat ben jij jong.” En daar stond ik dan op mijn zwarte hakken, in mijn blauwe jurk en wollen jas een beetje oud te doen. We gingen samen naar een debat over drugsbeleid zonder ook maar te weten hoe we daar zelf in stonden. Dus na het debat en gevoed door wat glazen alcohol ging het hard tegen hard. Hij: fan van drugs, ik: geen fan. Hij vond mij bekrompen, ik vond hem roekeloos. En ik vond hem leuk.

En zo zag ik zaterdag G zitten. We spraken af in een poolcafé en hij zat met zijn rug naar mij toe. Ik bekeek hem van een afstandje. En vond het wel wat hebben hoe hij daar een beetje glad zat te wezen met zijn keurige overhemd, Zuidas-patta’s en lullo-brilletje. Maar de hele avond zat ik te kijken naar zijn baard, of beter gezegd het gemis ervan. “Waar is je baard?” vroeg ik. Hij zei: “Tja, die heb ik niet, scheelt wel een hoop werk met scheren.” En ergens vond ik dat wel tof, dat ‘ie niet ging zitten onzekeren door mijn constatering. Even later vertelde ik hem dat ik vroeger paardreed waarop hij uit het niets een luid gehinnik liet horen. “Deed je dat nou echt?” Hij zei: “Misschien.” En ik zei: “Ik heb altijd al een eigen paard willen hebben.”

 


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s