
Ik heb heel erg leuke vrienden.
Dat zal iedereen natuurlijk van zijn vrienden zeggen. Maar ik wil in dit blog nog even benadrukken hoe leuk mijn vrienden zijn. Ze zijn zo leuk, omdat ze allemaal zo divers zijn. Ik heb mijn vriendschappen namelijk niet in 1 periode opgedaan, maar door de jaren heen zijn er steeds nieuwe bijgekomen en helaas zijn er ook vrienden uit mijn leven verdwenen. Ik heb niet echt een grote vriendenclub die ik tijdens mijn middelbareschoolperiode heb opgedaan, omdat ik niet echt van de grote groepen ben. Ik vind het juist leuk dat ik mijn vrienden allemaal een-op-een zie of in kleine groepjes.
Dit weekend is een voorbeeld van hoe blij ik met al die verschillende vrienden ben. Vrijdagavond uit eten met de meiden van SJD die ik dus ruim 12 jaar ken nu, gisteren shoppen met een oud-collega van het Mendelcollege en gisteravond N, die de afgelopen twee jaar heel belangrijk voor me is geworden, haar verjaardag gevierd. En vandaag ga ik, met J, die ik al ken sinds zij beste vriendinnen is met mijn zusje (dat is dus 24 jaar geleden) naar een festival.
Niet alleen mijn eigen vrienden zijn leuk; ook N haar vrienden mogen er zijn. Gisteren aten we met zijn zessen bij Jacobsz in Oost. Een grappig ingedeeld restaurant waarbij de bar ingericht is als een aanrecht waaraan de gastheren de drankjes klaarmaken. Het is als het ware een grote open bar in plaats van een open keuken. Je kunt er kiezen tussen een 3-, 4-, of 5-gangen menu en we kozen allemaal het 4-gangen menu. Bij elk gerecht kregen we ook een wijn geserveerd. Wat me opviel is dat er redelijk wat personeel in het restaurant rondloopt. Aangezien je bij elk gerecht en elke wijn een heel verhaal te horen krijgt, is dat wel nodig. Maar er was wel duidelijk een verschil te bemerken in de professionaliteit van de gastheren/dames. Als voorgerecht had ik gekozen voor het buikspek van de big, dat was erg lekker. Het spek was goed op smaak en niet te vet. Het tussengerecht was harder, dat vond ik iets minder geslaagd. Ik vond de saus wat overheersend en de nasmaak van de harder was niet echt mijn ding. Bij het tussengerecht kreeg ik een wijn geserveerd die niet helemaal mijn smaak was. En volgens mijn gezelschap had ik best om een andere wijn kunnen vragen. Maar dat durf ik dan niet. Dan vind ik mezelf geen wijnkenner genoeg om dan om een andere wijn te mogen vragen. Ik heb zoiets van: ‘zij hebben er verstand van, dus het zal wel aan mijn smaak liggen.” Uiteindelijk sprak M de gastheer aan en vroeg hij heel netjes of ik een andere wijn zou mogen hebben. De wijn die ik daarna kreeg, was prima. Helaas liep de gastheer na het inschenken van een klein bodempje om te proeven weer weg. Dus we moesten hem nogmaals wenken om het glas bij te vullen.
Het hoofdgerecht, ik had de heilbot, was echt heel goed. Alhoewel we vonden dat de lichte, rode wijn die we erbij geserveerd kregen niet echt paste. De vis was heel knapperig gegrild en had veel smaak. Daarbij zat ook een wortelpuree die ik erg lekker vond.
Alhoewel de gastheer een steekje had laten vallen bij het uitschenken van de wijn, vond ik hem wel knap. Dus toen hij onze desserts kwam opnemen vroeg ik: “Welk dessert is jouw favoriet?” Hij: “Pfff…dat weet ik niet, hangt ervan af hoe ik erin zit.” Dus ik enigszins flirterig: “Oooh…dus jij zit in het dessert verwerkt?” Hij keek me een beetje dommig aan. Waarop ik zei: “Laat maar, het is een woordgrap.” Toch altijd weer een tegenvaller als mannen mijn woordgrapjes niet snappen.
Uiteindelijk was daar het moment waarop ik de hele avond had gewacht: het dessert. Een witte chocolade met huisgemaakt perenijsje en een koekje van melk. Het lekkerste gerecht van de avond en uiteraard geserveerd met een mierzoete dessertwijn.
Nu moet ik opschieten, omdat ik eerst ga kickboksen en daarna naar het festival ga.