Het weer is klote. Of het is weer klote.
Inmiddels is het 3 weken geleden dat N is vertrokken naar Brazilië. Het lijkt zo kort geleden en het lijkt alweer alsof we elkaar al maanden niet hebben gesproken.
Dat was de deal: lol met elkaar hebben tot de grote reis zou gaan beginnen. Want op zijn avontuur wilde hij niet gebonden zijn aan iets of iemand. Geen baan, geen huis, geen meubels en bijna geen kleding meer…en geen vriendin.
In eerste instantie dacht ik: de man is 25, ik had al behoorlijk wat klote ervaringen in de liefde gehad vorig jaar en N leek precies wat ik nodig had. Gewoon plezier maken en met de dag leven. Maar met de dag leven werkt niet voor mij, ik ben een vrouw, ik kan niet tot in den treure alleen maar lol maken. En het was ook niet alleen maar lol, we gingen vier keer samen met vakantie, we leerden elkaars familie en vrienden kennen en tijdens de laatste twee maanden waren we bijna elke dag samen.
En nu is er niks. Zo wil hij het. Geen contact, zijn reis. “Ik leef vandaag en jij hoort bij gisteren, maar ik denk nog elke dag aan je en je bent de leukste vrouw die ik ken.” Zei hij vorige week in een voicebericht. En dat is waar ik het mee moet doen. De leukste vrouw zijn tot ik de leukste vrouw niet meer ben. Moet ik daarop wachten? Moet ik wachten op de dag waarop hij me mailt en zegt: “Lian, ik blijf hier, ik ga trouwen (of ik heb een vrouw zwanger gemaakt :P).” Moet ik wachten op de dag waarop hij weer voet zet aan Hollandse bodem en zegt: “Na al die tijd ben je nog steeds de leukste vrouw die ik ken.”
Ik weet het niet.
Vroeger was daten een afleiding. Maar ik voel totaal niet de behoefte om nu met een random gast een beetje wijntjes gaan zitten drinken op een nog meer random terras in Amsterdam. Ik verwacht ook niet dat er iemand zo leuk zou zijn, zo onbezonnen en speels en zo goed voor mij.
In The Name of the Wind wordt geschreven over de vier manieren om met pijn om te gaan. De eerste is slaap, de tweede is vergeten, de derde is waanzin en de vierde is de dood. Ik wil niet vergeten, daarvoor waren de momenten te mooi, dus ik kies ervoor de pijn weg te slapen en elke dag een stukje rustiger wakker te worden.
(Toelichting bij de afbeelding: in Duitsland verkochten ze dat ijsje op de camping waar we stonden. Maar ik (oud en grijs) had mijn bril niet op en las van een afstandje Nigger wat ik nogal ongelukkig gekozen vond voor een bruine chocolade ijsje. Toevallig bestelde N zo’n ijsje en toen kwam ik erachter dat het Nogger heette (nog steeds een ongelukkige naam) dat werd dus een beetje een dingetje en voor we het wisten was Nogger een ingeburgerd woord in ons dagelijks taalgebruik).