Nadat we eergisteren net niet waren uitgeweest hadden we gisteravond wat goed te maken.
We moesten toch echt wel een avondje gaan stappen in Wenen, dus om 00:30 arriveerden we bij club Platzhirsch. Uiteraard gingen we hier niet zomaar heen. Na eerst 80% van de clubs te hebben geëlimineerd (want op Reddit kun je er prima achter komen waar men techno draait en vanwege drugs doordraait). Volgens de bronnen zou er in Platzhirsch enigszins normaal publiek komen en zouden er 70’s, 80’s en 90’s gedraaid worden.
Wat er niet op Reddit werd vermeld was dat het publiek van Platzhirsch vooral bestaat uit Indiërs. Dus bij dezen. Natuurlijk niets mis mee, maar het viel wel op. En als er een accent is dat ik niet zo goed trek is het dat van een Indiër die Engels spreekt (neem Raj uit The Big Bang Theory, maar dan een tikkeltje erger).
We kregen de muziek waar we voor kwamen. De ene na de andere hit vloog ons om de oren: van Queen tot Michael Jackson en van Hanson tot The Beach Boys. Qua muziek had het niet veel beter gekund. Om 3:00 begonnen de eerste tekenen van verval in te zetten: zere voeten, druipend van het zweet en weke knieën, maar de Dj leek echt zijn best te doen voor ons want toen kwamen de Spice Girls en Bryan Adams en er zat niets anders op dan gewoon door te dansen. Helaas, toch geïnterrumpeerd door geïnteresseerde Indiërs (compleet met accent). Ik weet dat het niet erg aardig is om te zeggen, maar iedereen heeft wel iets waar hij of zij op afknapt: een stinkadem, getatoeëerde wenkbrauwen, zweetplekken, kaalheid etc. Ik werd 4 keer aangesproken door een Indiër: “You have very nice hair,” “You dance really well,” “Oh, you’re from Amsterdam! I’ve been to Den Haag that is a crazy party city!!!” Zo’n compliment verliest toch een beetje zijn kracht als het wordt uitgesproken met het accent. Later zei J: “Het is toch leuk om te weten dat je nog goed in de markt ligt.” (Veelzeggende blik van mijn kant) “Hey…de Indiase markt is ook een markt.”
Na een paar uurtjes slaap werd ik met zeer gevoelige voetjes vanmorgen wakker en ik wist meteen dat het een weinig productieve dag zou gaan worden. Nadat J had geopperd dat we wel naar de Stephansdom konden gaan om vervolgens nog wat rond te wandelen zei ik: ‘ik denk niet dat ik nog een wandeling aan kan.’ Uiteindelijk zijn we gaan lunchen/ontbijten bij een heel gaaf tentje wat verder uit de buurt van het centrum waar ik echt goddelijke pannenkoeken heb gegeten.
Daarna hebben we de metro gepakt naar een wijkje ten Noord-Westen van de stad waar de wijnvelden zijn. Ik had ergens gelezen over een wijnhuis met een Poolse naam waar je heerlijk in de tuin kon zitten en van de huiswijn kon genieten. Dat leek me wel wat, dus uiteindelijk hebben we daar tot 19:00 wijntjes gedronken en tapas gegeten. Je had er een prachtig uitzicht over de stad.
Alhoewel we vandaag dus niet zo heel veel hebben gedaan was het wel de moeite waard om weer een nieuw deel van de stad te ontdekken. De buitenwijken van Wenen zijn veel groener en ruimer opgezet dan de binnenstad. Het is er ook veel rustiger en dat bevalt me beter dan de drukte van het centrum. Morgen zal ik er wel aan moeten geloven, dan duiken we toch echt even die Stephansdom in en wellicht doen we ook nog even een rondje in het Prater.