Aangezien ik weer eens veel te vroeg wakker ben, kan ik net zo goed dag 5 ook al even loggen. N. ligt nog te ronken in een bed dat voor de verandering eens niet lek is.
Vrijdag zijn we redelijk vroeg in de ochtend vetrokken. Het zou weer warm gaan worden en hoe we vroeger we zouden gaan rijden, hoe minder warm het zou zijn in de auto (denkfout: het was al bloedheet in de auto toen we wegreden). Nadat we bij een bakker ons ontbijt hadden gehaald (goddelijke taart) reden we de 29 op richting Stuttgart. We hadden een beetje het lot getart door wat afspraken te maken voor de laatste dagen. Aangezien we zondag weer terug moeten zijn in Nederland willen we dus niet meer oostwaarts rijden en moeten we eigenlijk zo langzaamaan weer terugrijden. Omdat we toch nog heel graag naar Frankrijk wilden hebben we besloten sowieso in zuid-westelijke richting te rijden. Dus dat betekende dat we de 5 richting Basel gingen nemen en we lieten de dobbelsteen bepalen hoe lang we op die 5 gingen rijden. Uiteindelijk zijn we ongeveer 80 km ten zuiden van Straatsburg van de snelweg af gegaan.
Ondanks de muggenbulten, lekke luchtbedden en ongemakkelijke omkleedmanoeuvres in de tent zijn we de afgelopen week fan geworden van kamperen. De campings waar we zijn geweest waren geen kinderparadijzen en je hoeft tegenwoordig niet meer met je wc-rol 1 kilometer te lopen voordat je een keer naar de wc kunt. Alle toiletgebouwen zijn netjes en overal is gewoon wc-papier beschikbaar. Daarnaast is het gewoon best fijn om buiten wakker te worden en direct ‘één te zijn met de natuur’. Het scheelt natuurlijk wel dat het nog geen hoogseizoen is waardoor er dus geen schreeuwende kinderen zijn en we het zwembad voor onszelf hadden. Overigens is kamperen echt mega goedkoop. De eerste nacht betaalden we 12 euro en de twee nachten bij Hirtenteich kostten ons 32 euro. Het enige grote nadeel van campinglife is het gebrek aan internet. Een hotel heeft tegenwoordig overal wifi, maar de meeste campings niet. Dat betekende dat ik 3 dagen lang niet echt op mijn telefoon kon. Dan merk je eigenlijk pas hoe verslaafd je bent.
Dus…voor onze vijfde dag wilden we weer op zoek naar een camping, maar toen N. het weer checkte voor de regio Elzas bleek het te gaan onweren en regenen. En Annemieke had ons van tevoren gewaarschuwd dat de smijttent niet goed tegen de regen was beschermd. Een beetje teleurgesteld gingen we op zoek naar een hotel. Het werd Val Vignes in St Hippolyte. Een romantisch hotel aan de voet van de Vogezen. Door dat kamperen merk ik alleen wel dat ik hotels te duur vind. Het enige wat je eigenlijk in een hotel doet is slapen, douchen en weer verder gaan. Daar moet je dan zo’n 100 euro per nacht voor neertellen. We hadden op Booking.com een kamer zien staan voor 80 euro. Toen we aankwamen bij de receptie zei de dame daar dat een kamer minstens 144 euro was. We lieten haar de aanbieding op Booking. com zien en toen kregen we de kamer voor 80 euro. Toen we in de kamer kwamen werd duidelijk waarom: het was de invalidenkamer.
Nadat we ingecheckt waren reden we naar de top van Stophanberg om kasteel haut-Koenigsbourg te bezoeken. Eigenlijk was dat de eerste echte toeristische activiteit die we deze week hebben gedaan. We sloten ons aan bij een rondleiding die ik denk ik voor 25% heb begrepen. Daarna reden we terug naar St Hippolyte om ons tegoed te doen aan de Frans keuken. We aten beenham en dronken een Pinot Noir afkomstig van een huis uit st. Hippolyte.

We hadden eigenlijk de hele avond zitten hopen op slecht weer. Want anders hadden we net zo goed in ons tentje kunnen slapen. Tot we gingen slapen gisteren had het eigenlijk nog helemaal niet geonweerd of geregend, maar vannacht werd ik wakker van enorm harde klappen en een lichtshow van formaat.