Na het debacle met de smijttent op woensdag konden we eindelijk op weg naar onze volgende bestemming onbekend.
We hoopten dat we op de 5 richting Basel terecht zouden komen, zodat we richting Oost-Frankrijk zouden geraken en misschien konden we een dagje Zwisterland meepakken (alhoewel ik daar waarschijnlijk niet binnen was gekomen zonder paspoort). Maar de dobbelsteen besloot anders en we moesten verder richting het Oosten, Stuttgart om precies te zijn.
Omdat we weer 1,5 uur op de 6 moesten toeren, reden we Stuttgart ruim voorbij en uiteindelijk gingen we de snelweg af bij Crailsheim om nog ruim een uur op de 29o te rijden richting Aalen.
Inmiddels was het in de auto ongeveer 40 graden en de Starlet is van vele markten thuis, maar niet van de airconditioning. Dus we waren eigenlijk helemaal klaar met het autorijden en we wilden alleen nog maar zwemmen. Dus nadat we een nieuw luchtbed hadden gekocht gingen we op zoek naar een camping in de buurt met een zwembad. Het werd camping Hirtenteich.
Toen we aankwamen op de camping droop het zweet uit alle gaten en het zwembad lonkte, maar de receptie was tot in ieder geval 15:00 gesloten. Het was 13:00 op het moment van onze aankomst. We hadden absoluut geen zin om weer terug te gaan naar de sauna op wielen om een noemenswaardige activiteit te ontplooien, dus we besloten bij het campingrestaurant Pfannensturz iets te drinken. Volgens de jongen die daar werkte, konden we gewoon op de bel drukken bij de receptie en dan zou iemand komen om ons toegang tot de camping te geven. Dus omstreeks 15:15 lagen we eindelijk in het zwembad en hebben we ons tot 18:00 vermaakt met een bal in het water. Ons volleybal-overgooi-record stond toen op 41.

’s Avonds wilden we vooral niet te moeilijk doen. N. wilde voetbal kijken en ik heb een manier gevonden om voetbal ook leuk te maken voor mij: UniBet. Dus terwijl de man de wedstrijd uit oprechte interesse volgt, probeer ik nog een beetje centen te verdienen. Het werkte: ik heb 7 euro winst gemaakt tijdens de wedstrijd België-Zweden. We hebben de hele avond zitten eten en drinken in Pfannensturz en uiteindelijk kwam de serveerboy naar ons toe met de rekening: “Das ist 29 euro bitte.” N. zei: “Naaa…das denke ich nicht.” Dus uiteindelijk heeft N. onze rekening zelf zitten uitrekenen en bleek de obert er 10 euro naast te zitten.

Donderdag bleven we in Aalen, omdat we ook even een relax dagje wilden. Het was bloedheet: om 10:00 was het al 36 graden (terwijl het in Nederland noodweer bleek te zijn). We reden al vrij vroeg naar Aalen voor een ontbijtje waarbij we met de Duitse traditie braken door GEEN alcohol te bestellen (serieus, die Duitsers zitten nog vóór de koffie aan de Wijzen en het wijn). Vervolgens reden we naar Abstgmünd (tip van het rekenwonder in Pfannensturz) om naar een meertje te gaan. Maar het gras bij het meertje was net gemaaid waardoor de grasvlakte aanvoelde als een speldenkussen door het afgeschoren riet en het water lag vol met hout. Vervolgens kwam er ook nog een halve middelbare school pauze houden, dus lekker romantisch aan een azuurblauw meer vertoeven was er niet bij. We zetten koers naar het zwembad van Aalen want volgens N. kon hij daar gewoon wel de bodem zien zonder onzedelijk te worden betast door allerhande waterdieren.
Het zwembad in Aalen was prima. Het was druk, maar niet te druk en we konden ons volleybal-overgooi-record naar de 48 tillen (50 is het streven). Wat ons opviel aan een dagje bij het zwembad is dat de Duitsers veel meer tatoeages hebben dan de Nederlanders, de mannen vrij frequente bezoekers zijn van de sportschool in tegenstelling tot de vrouwen en Duitse kinderen zijn vele malen beleefder dan Nederlandse kinderen. Over het algemeen zijn Duitsers sowieso beleefder. Zelfs bij de bakker worden we door een random gast bijna gezegend voor het leven: schönen Tag, guten appetit, guten Tag etc.
Om 18:30 vertrokken we naar Nördlingen. Een oude stad waarvan de oude stadsmuren en torens nog intact zijn gebleven (een van de drie plaatsen in Duitsland) en die is gebouwd op een meteorietkrater (waar ze overigens pas zelf 50 jaar geleden achterkwamen). Het was een mooie stad, maar eigenlijk net iets te mooi. De gebouwen in Nördlingen zijn net als vrouwen van 60 die te vaak naar de plastische chirurg zijn geweest. Je ziet dat ze oud zijn, maar het pleisterwerk zit er te strak op en de verf is te vers en feilloos. Desalniettemin was het leuk om er wat te eten en een wandeling over de stadsmuur te maken.
“De tent is eigenlijk helemaal niet zo krap.” zei N. toen we ’s avonds in de tent lagen. :Hij is niet krap, maar hier ligt wel een kreeft.” Zei ik. Pas toen merkten we hoe verbrand we eigenlijk waren. We hadden ons goed ingesmeerd, meerdere keren zelfs, maar die volleybal partijtjes in het water zijn funest voor je huid en bij het plannen van de volgende dag moesten we allebei toegeven dat het geen goed idee zou zijn als we vrijdag de zon in zouden gaan. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou zeggen tijdens een vakantie.