Vandaag voel ik me niet zo lekker. Ik werd vanmorgen wakker met een stem alsof ik al 10 jaar zware shag rook en met mijn huidskleur kan ik zo figureren in de nieuwe Twilight zonder eerst in de make-up te hoeven.
Maar ziek? Dat ben ik niet.
Ik vind dat men tegenwoordig het woord ziek verkeerd gebruikt. Een kankerpatiënt is niet ziek, die is ernstig ziek. Een kindje met waterpokken is ziek en als je door een of andere shitbacterie vijf keer per dag maagzuur kotst boven de plee dan ben je ook ziek. Maar tegenwoordig ben je ook ziek als je een weekend wat minder hebt geslapen, als je een blaasontsteking hebt opgelopen tijdens een neukpartij in het Vondelpark of wanneer je op zondagavond net iets te diep in het glaasje hebt gekeken. Dan ben je niet ziek, dan ben je hooguit niet lekker. Toch zijn al die dingen voor veel mensen een reden om niet te gaan werken, maar al deze dingen zijn vaak het resultaat van een paar onverstandige keuzes. Ik weet dat het onverstandig was om zaterdag te gaan zwemmen terwijl er een koud windje stond en vervolgens tot 04:00 in de kroeg te hangen. Het een en ander zal er wel voor hebben gezorgd dat ik nu bij elke hoest een bal snot omhoog rochel.
Ik ben dus niet lekker vandaag, maar ik ben wel gaan werken. Ook omdat ik werk heb waar je niet per se topfit voor hoeft te zijn. Als ik nog in het onderwijs werkte, had ik me vandaag misschien wel ziekgemeld. Aangezien je daarvoor zeker geestelijk en lichamelijk in topconditie moet zijn. Tegenwoordig is ziek zijn trouwens helemaal niet meer zo cool. Vroeger kon ik lekker thuis op de bank blijven liggen terwijl mijn moeder me verzorgde alsof ik terminaal was. Zelfgemaakte groentesoep, vers fruit, een crackertje hier een beschuitje daar, liters thee en verse jus ‘d orange. Het enige dieptepunt was dat mijn moeder een groot fan was van de thermometer en de zetpil. Dus tegenover die vertroeteling stond steevast een anaal lijden waar ik naarmate ik ouder werd toch hevig tegen begon te protesteren, aangezien ze op televisie die thermometer allemaal onder hun oksel douwden. In de mond zag ik ze ‘m ook weleens stoppen, maar gezien de anale visitaties die de thermometer al bij meerdere leden van ons gezin had gedaan, leek me dat geen reële optie.
Aangezien ik niet koortsig ben of boven de wc-pot hang, had ik nog wel energie om mezelf vanavond een gezonde maaltijd voor te schotelen: soep met ballen (voor mijn zusje M.: dit spreek je net zo uit als: een kut…met haar. Soep…met ballen). Ik hoop dat ik er morgen weer klaar voor ben. Want ik wil in topvorm zijn als ik de ultieme wraakblog schrijf.
Sja, dat is nog zo, die thermometer, nu zijn de oudjes de sjaak.