Iedereen is er geweest. In de hel van de liefde.
Het gesprek waarvan je wist dat het er wel aan zat te komen.
Geen: “Ik zie je zo en ik ga je alle hoeken van de kamer laten zien.”
Maar: “Ik denk dat we moeten praten.” Waarbij het woordje denk alleen maar is ingezet als verdovingsmiddel.
Men zegt altijd dat je met elkaar moet blijven praten in een relatie. Maar je hebt praten en práten. En dat laatste betekent meestal dat je na een hoop pijnlijke woorden weer als single door het leven gaat.
“Ik denk niet dat wij gaan werken.”
“Het ligt aan mij niet aan jou, je bent geweldig.”
“Ik denk niet dat we een toekomst hebben.”
“Ik kan je niet geven wat je nodig hebt.”
“Ik voel het gewoon niet meer.”
“Ik heb iemand anders leren kennen.”
“Jij komt voor mij niet op de eerste plaats en dat verdien je wel.”
“Ik denk dat jij meer voelt voor mij dan ik voor jou.”
“Ik denk dat we allebei op zoek moeten naar een geschiktere kandidaat.”
“Ik zie je meer als een zusje dan een geliefde.”
“Ik wil anale seks en jij niet.”
En zo zijn er nog meer van dat soort uitspraken, de een pijnlijker dan de ander, die we in ons collectief dumpgeheugen hebben verzameld. Maar hoe je het ook went of keert. Je hebt er vast wel eens een gehoord. En dat was kut. Vooral de “het ligt aan mij, niet aan jou.” Nou appeltje eitje zou ik zeggen. Als het niet aan mij ligt dan kan jij mooi beginnen met een verbetertraject en als dat achter de rug is dan zijn we weer even leuk voor elkaar. Maar eerlijk gezegd zijn al bovenstaande uitspraken gewoon synoniem aan: Ik wil gewoon niet meer bij je zijn.
En we weten allemaal wat er daarna komt: we troosten ons met hoop. Directe acceptatie van het verlies is moeilijker dan een stille hoop koesteren. Zo heb ik mezelf al meerdere malen aangepraat: wacht maar, over vijf jaar dan komen we elkaar weer tegen en dan heeft hij spijt en dan leven we nog lang en gelukkig. En ergens is het ook best romantisch als hij na al die jaren nog steeds niemand anders is tegengekomen die kan tippen aan jou.
Maar deze week gebeurde het. En er is meer dan vijf jaar verstreken:…”Zo dat is lang geleden, hoe is het met jou dan?”
Ik zou blij moeten zijn en trots dat hij me na al die jaren nog niet vergeten is. Maar hij komt te laat.