Elke dag om 13:00 gaan we op het werk “lopen”. Dit houdt in dat we met een groepje collega’s op expeditie gaan naar de Albert Heijn aan het Westwijkplein. (En ja, dat is mijn vader met mij)
Doorgaans wordt er eerst gepeild door een collega wie er geïnteresseerd is in een wandeling en daarna worden de deelnemers verwacht bij de ingang van het kantoor. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan want meestal staan we vaak veel te lang op enkele collega’s te wachten waardoor we moeten snelwandelen naar de Albert Heijn.
Vandaag waren we weer aan het wachten op een collega die volgens een andere collega niet mee zou gaan lopen, omdat ze in gesprek was met baas M. “Als baas M. je bij zich roept vlak voor de lunchpauze dan weet je dat je er nog wel een tijdje zit,” zei collega 1. Dat was nieuw voor mij aangezien ik weinig te maken heb met baas M. “Hij is ontzettend lang van stof. “zei collega 2. “Maar goed, dat is niet erg want tegen zo’n aantrekkelijke man als M. kun je wel uren aankijken, toch?” collega 1 keek me uitdagend aan, hopend op iets van een smeuïge reactie van mijn kant. Dat is lastig want dan moet je dus gaan zeggen dat je je baas ontzettend lelijk of ontzettend knap vindt. Beide opties leken me carrièretechnisch gezien geen goede zet. Dus ik zei :”Ik val niet op kale mannen.” En terwijl ik dat zei weerkaatste het zonlicht van de schedel van collega 2 recht in mijn gezicht. “Sorry…” zei ik nog. Maar ik zag dat het pijn deed.
Ik weet dat het lullig is. Zeggen dat je niet op kale knetters valt is net zo zuur wanneer de man die je super leuk vindt tegen je zegt dat ‘ie alleen maar valt op vrouwen met een D-cup. Nou, die heb ik niet, dus doei dan maar. Het is ook niet zo dat ik bewust geen kale mannen date, maar als ik kijk naar mijn dating verleden heb ik aardig wat soorten mannen gehad: een bollenboer, bodybuilder, Koos Werkloos, game-developper, corpsbal, psycholoog en schoenenverkoper. Geen van hen was kaal. Sterker nog: ik heb nog nooit met een kale jongen gezoend.
Onderzoek heeft aangetoond dat vrouwen vallen op mannen die hen aan hun vader doen denken. In het geval van de beharing zou dat zeker kunnen kloppen. Binnen de familie van mijn vader viert de woeste hoofdbeharing hoogtij. Mijn vader en zijn broers hebben altijd een dikke, zwarte krullenbos gehad, die tegenwoordig bij ieder weerzien wat grijzer aandoet, maar haar op hun hoofd hebben ze allemaal nog steeds. En je vader staat in je jonge jaren toch voor alles wat stoer en mannelijk is, zodat kinderen ook tegen elkaar kunnen opbieden: Mijn vader werkt bij een bank, mijn vader heeft lekker een Mercedusss, en mijn vader heeft vroeger bij Ajax gespeeeeeeld, nou mijn vader heeft de haardos van een neger (ik gebruik dit woord met respect fyi)….lekker puh.
Op latere leeftijd kijk je misschien iets anders tegen je vader aan, maar ik merk wel dat ik bewust en onbewust eigenschappen in mijn partner waardeer die ik herken van mijn vader. Het hebben van haar is daar een van (is niet echt een eigenschap, maar toch), ook een sterke arbeidsethos en een liefde voor auto’s en motoren herken ik als vertrouwde zaken. Ik vraag me echter af hoe het zit als je vader een klootzak van een vent is. Zoek je juist dan een partner die helemaal niet lijkt op je ouwe heer of doe je dat dan toch onbewust?
Ja,zo als nol is er maar een.