Na vijf jaar in het voortgezet onderwijs te hebben gewerkt heb ik per 2 maart de overstap gemaakt naar het bedrijfsleven. Waarom heb ik dat gedaan en zijn mijn verwachtingen uitgekomen? Wellicht hebben mensen die eenzelfde soort overstap willen maken wat aan deze informatie.
Waarom?
Op een dag stond ik voor de klas naar het door mij volgekalkte bord te kijken en dacht ik: “Fuck, over dertig jaar sta ik precies hetzelfde te doen.” Ik draaide me om en zag sommige leerlingen ijverig schrijven, verveeld naar buiten kijken of verwachtingsvol naar mij kijken alsof ik opeens zou vertellen waarom die ene jongen niet meer reageerde op Whatsapp. De leerlingen zitten op school om letterlijk door te stromen, over te gaan, ouder te worden. Ik word ook wel ouder, maar stroom binnen het onderwijs niet meer door. Ik had geen idee waar ik dan naartoe zou willen stromen, maar opeens realiseerde ik me dat als ik nog jarenlang in hetzelfde water zou blijven dobberen ik zou verdrinken.
In mijn ogen is het grootste manco van het onderwijs dan ook het gebrek aan perspectieven voor de docent. Met een beetje mazzel mogen we op een dag mee op Londen-reis of we mogen een projectdag organiseren die in het teken staat van de vakoverstijging en als we echt geluk hebben en genoeg vriendjes hebben gemaakt binnen de school, mogen we afdelingsleider worden of conrector. A.k.a. de beroepszeiker. De afdelingsleider komt eigenlijk alleen maar met je praten als er stront aan de knikker is of als je een mijlpaal in het onderwijs hebt bereikt. Krijg je een bosje bloemen dat na vijf dagen alweer verwelkt, waar je overigens geen erg in hebt aangezien je dag en nacht thuis aan het nakijken bent.
Leraar zijn doe je niet voor jezelf, maar voor de leerlingen. Er zijn docenten die echt 100% voor de leerlingen gaan en dat is mooi, die hebben we nodig. Maar ik ga helaas niet 100% voor de leerlingen. Ik ga ook voor mezelf. En in tegenstelling tot (veel) leerlingen wil ik wel graag leren. En gek genoeg is het onderwijs dan niet de plek voor mij.
Wat verwachtte ik?
(Ik heb nu, vrijdagavond, wat wijntjes op. Het tikken gaat wat langzamer. Vergeef me mijn fouten. Ik kijk er morgen nog eens naar)
De overstap van het bedrijfsleven zag ik als een “nu of nooit”moment. Ik had best nog vijf jaar onderwijs vol kunnen houden. Maar had het bedrijfsleven mij op mijn 35ste nog wel gewild? Ouder, met een relatief hoge salariseis en zonder ervaring? Ik dacht van niet. Dus ik reageerde op een aantal vacatures met de gedachte:”Binnen nu en vijf jaar is er vast wel iemand die mij wil.” (multi-inzetbaar ook voor mijn liefdesleven). Ik bleek gewilder dan ik dacht en bij de tweede sollicitatie werd ik aangenomen als project manager. Geen idee wat die titel concreet betekende, maar ik vond het wel stoer klinken.
Concreet had ik verwacht dat ik zou worden overladen met handige gadets: iPads, MacBooks, telefoons en wellicht een motor op vier wielen met op zijn minst stoelverwarming. Ik had een hoger salaris verwacht en minder vakantiedagen.
Inhoudelijk verwachtte ik een drukke baan met veel overuren, maar met mijn arbeidsethos moest dat geen probleem zijn en zou ik er zelfs aan kunnen verdienen. Ik ben van mening dat een goede baas een goede werknemer ziet en beloont. Ik zal zelf nooit om loonsverhoging of erkenning vragen, maar ik verwacht het wel. Belangrijk is dat ik verwachtte dat ik me verantwoordelijker zou voelen voor mijn werk en dat ik me ook meer gewaardeerd zou voelen door mijn werkgever. In het onderwijs bleef dit vaak pijnlijk achterwege. Ik kon creatieve lessen bedenken met gebruik van Prezi, Youtube en smartphones, ik kon uitwerkingen typen van alle grammaticahoofdstukken uit het boek of ik kon in mijn eigen tijd extra lessen geven na schooltijd; niemand zag het. Niemand zei: “Hey, wat tof dat je die uitreksels hebt gemaakt. Hier heb je 200 euro, doe er wat leuks mee.”
Qua collega’s verwachtte ik een dynamische poel van jonge, ambitieuze mensen die op vrijdagavond nog even een borrel zouden gaan drinken met losse stropdas en uitgelopen eye-liner. Niet die muffe docentenkamer waarin iedereen met rood aangelopen wangen zijn gal spuwt over Mika uit 2M tijdens het naar binnen proppen van de door vrouwlief bereide boterham met pindakaas.
Daarnaast verwachtte ik een carrière. De eerste en belangrijkste reden om het onderwijs te verlaten. Met drie titels op mijn naam weet ik dat ik wat kan en dat ik meer uit mijn carrière kan halen dan het liedje van synoniem tot in den treure ter herhalen. En dat was ook wat mij tijdens het sollicitatiegesprek werd voorgehouden: “Je kunt hier opstromen.” Dat was alles wat ik wilde horen.
Wat heb ik gekregen?
Tja…die gadets vielen wat tegen. Ik heb een visitekaartje en op mijn bureau staat een enorm vette Apple computer met een scherm groter dat me al het zicht op de kantoorruimte ontneemt. Verder heb ik een vaste telefoon waarvan ik geen idee heb waar de knopjes voor dienen aangezien de cijfers er door de baard van mijn voorganger afgeschuurd zijn. Een auto van de zaak zit er denk ik nooit in. Ik mocht een keer in de bestelbus van het bedrijf rijden, een Peugeot Bipper. De naamsbekendheid van dit voertuig is dermate verontrustend dat ik er de bibbers van kreeg toen ik erin moest rijden.
De collega’s? Allemaal heel lief en aardig, maar een vrijdagmiddagborrel komt in het vocabulaire van mijn collega’s niet voor. En toen ik laatst zei dat het me wel leuk leek om eens wat te gaan eten met zijn allen zei iemand: ‘Dat doen we altijd in december.’ December???? Het is nu juni. En van de 19 vaste medewerkers (waarvan er overigens 15 vrouw zijn) is er één iemand single. Ik. Zelfs de jongste collega van 25 is op zoek naar een huis, met drie slaapkamers “met het oog op de toekomst”.
Dit alles maakt dat ik de leerlingen mis. Ik mis hun spontaniteit, brutaliteit en humor. Ik realiseer me nu pas hoeveel ik lachte in de klas. Ik mis de leerlingen waarover we het langst vergaderden en ik mis de leerlingen die mij echt missen zonder dat ze dat hoeven te zeggen.
Maar hoe erg ik de leerlingen ook mis (meer dan ik ooit had gedacht) de grootste verrassing komt in de vorm van tijd. Alhoewel ik op papier veel meer werk, heb ik meer tijd. Waar ik vroeger ’s avonds nog zat na te kijken of lessen zat voor te bereiden heb ik nu tijd voor vertier. Ik heb de afgelopen maanden ontzettend veel ondernomen: meer films, theater, dans, klassiek, games en stappen. Mijn culturele en sociale ontwikkeling staat geen moment stil en ik heb gewoon nog energie ’s avonds. Dat alleen al maakt deze overstap zeer de moeite waard. Ik ben nu ook echt vrij in het weekend en denk ook niet aan mijn werk als ik ’s avonds in bed lig. Hoe vaak ik wel niet wakker heb gelegen van een moeilijke klas of een gepeste leerling? Ik kan me niet voorstellen dat ik wakker zal liggen om een kaasfondue die niet goed uit de smaaktest kwam.
Wat betreft die carrière weet ik nog niet welke kant het opgaat. Echt flitsend is het tot nu toe allemaal niet, maar ik leer elke dag en dat is waarvoor ik ben gekomen. Het geeft een kick om verantwoordelijk te zijn voor mijn eigen projecten en de klant blij te maken. Hoe sneller ik werk des te meer geld er binnenkomt en mijn baas laat blijken mijn werktempo te waarderen door me steeds meer verantwoordelijkheden te geven. Laatst zei hij zelfs: “Die rapporten doe je echt heel erg goed.” Iets wat ik in het onderwijs van mijn leidinggevende nauwelijks heb gehoord. En dat terwijl de rapporten daar zo belangrijk waren.
Voor iedereen die les van mij heeft gehad ;):
Hoe herkenbaar! Zelf na tien jaar leraarschap, ook met de gedachte “anders ben ik straks te oud” overgestapt naar het bedrijfsleven. Werk daar nu vijf jaar met veel plezier. Mijn onderwijsjaren waren mooie jaren, mijn huidige leven is minstens zo mooi, mede dankzij de sterke verbetering in work-life-balance. Beide banen hebben mooie kanten. Ik vind het een verrijking om beide ‘werelden’ te hebben leren kennen. Voor mij blijkt die van het bedrijfsleven het beste te passen.
Leuk dat je gereageerd hebt! Ik weet ook zeker dat er meer mensen zijn die zich hierin herkennen. In ieder geval goed om te horen dat de overstap voor jou goed heeft uitgepakt. Maar het liefst zou ik natuurlijk zien dat er wat dingen in het onderwijs veranderen, zodat het ook voor mensen zoals jij en ik weer aantrekkelijk wordt.
Een paar jaar later… ik zit in de ‘twijfelfase’… in het onderwijs, maar ook met als ik nu niet overstap dan ben ik straks te oud… Mijn grootste vraag is echter, wat ga je doen?! Op welke vacatures solliciteer je met een onderwijsbevoegdheid… Ik geef een taal, maar tolken of vertalen lijkt me minstens net zo saai als lesgeven…
Oeh! Spannend voor je. Ik principe kun je als docent best veel kanten op. Je bent communicatief vaardig en je kunt goed multitasken. Project management bij een taalinstantie of beleidsmaker bij een overheidsinstelling op het gebied van onderwijs. Maar misschien heb je wel talenten die ook van pas komen in andere functies?