Voor de kantoorhonden een dag van bevrijding waarop de deur van de kantoorkooi wordt opengezet voor plusminus tachtig uur van vertier in de wijde wereld met het onheilspellende vooruitzicht maandagochtend weer te worden opgesloten.
Voor mij is het andersom; maandag is mijn vrijdag.
Vrijdag was ooit een vrij dag.
Toen jij en ik nog bevangen door verlangen naar elkaar toe snelden en zodra we elkaar roken in elkaar doken (okay, die rijm is wat flauw). Toen kon ik ook niet wachten tot het vrijdag was.
Nu zit ik in de bus plannen te maken, wars van verlangen, voor het weekend. Van Westwijk tot Amstelveen busstation begint het al. Ik check mijn Whatsapp,Facebook, Twitter en uiteindelijk mijn blog om te kijken of jij nog hebt gekeken of ik wat heb geschreven. Nee, ik heb nog niks geschreven. Stop daar sowieso maar mee doordeweeks. Want doordeweeks gaat het goed dan vergeet ik mezelf door alle nieuwe dingen die ik leer. Maar nu is het vrijdag en ga ik weer aan.
En dan kom ik bij Amstelveen busstation. Een vrouw met een kind wil zitten op de invalideplaats, waardoor de Oost-Europees ogende jongeman een andere plek moet zoeken, alweer. Volgens mij is die zitplaats voor zwangeren,ouderen of gehandicapten. Mensen met kinderen denken dat ze alles kunnen maken. Bij nader inzien ben je met een kind ook wel “vrij” gehandicapt aangezien je hele sociale leven lam komt te liggen en je aan huis bent gebonden. Ik besluit dat ze er mag blijven zitten. Ik ga er ook zitten volgende keer, ik voel me ook vrij gehandicapt.
Wij waren hier ook, nog niet zo lang geleden, op de motor. We keken en luisterden naar iemand die liedjes zong over het leven en de liefde. En soms ging het over ons, maar durfde ik dat niet te zeggen, omdat ik bang was dat jij dat niet vond. En toen we weggingen, kreeg je je motor ook al niet aan de praat. Hoe kun je nu weten wat er mis is als alles zwijgt? Maar het bleek je eigen fout, je had de standaard nog niet ingeklapt (ha ha).
En ja, vanaf Amstelveen busstation gaat het mis want ik zie het Amsterdamse Bos en de Zuidas. Momenten vallen me aan vanuit het verleden. Ik kan niet kiezen. Opwinding, verdriet en woede krijg ik voor mijn kiezen. En soms zink ik zo diep ik mijn gedachten dat mijn hoofd overstroomt, letterlijk. En die mensen in bus 172 maar denken dat die mevrouw zo’n zielig boek aan het lezen is.
Iedereen is blij met de verse vrijdag. En terwijl ik Dana Fuchs, The Dire Straits en Boudewijn de Groot (gelukkig komt die niet zo vaak, want die heeft maar één nummer in de playlist) allemaal wegshuffle, staar ik naar de mensen in hun auto’s. Allemaal alleen, maar op weg naar huis waar de kachel aan staat en de stoelen en harten bezet zijn.
Alles wat in mijn hart en op mijn stoelen zou moeten zitten, zit in mijn hoofd en ik krijg het er niet uit op deze dag waarop iedereen zich bevrijd lijkt te voelen.
Is het al maandag?