We wilden eigenlijk zo snel mogelijk de stad verkennen en we hadden niet echt een plan gemaakt. Ik wilde Trinity college sowieso bezoeken, omdat Sebastian (de hoofdpersoon uit The Ginger Man red.) daar (meestal niet) studeerde.
We besloten richting Trinity college te lopen met een omweg via het St. Stephen’s Green park. Onderweg kwamen we een leuk barretje tegen, met gave vintage meubels en een Transformer in de etalage, waar we lunchten. Toen we klaar waren met lunchen, viel mijn oog op een smal straatje met allemaal vintage winkels, het leek een beetje op de 9 straatjes. Dus daar moesten we uiteraard heen. De vintagekleding bleek in verhouding tot de Nederlandse vintage wat prijzig, dus niets gekocht, maar wel veel bekeken. Uiteindelijk hebben we lange tijd doorgebracht in die buurt (Drury st, William st.) waar ook een soort shopping mall was enkel gericht op huwelijken. Zo kon je er jurken kopen, wijnen proeven en belachelijk dure bosjes bloemen kopen. Mocht het ooit zo ver zijn, dan weet ik waar ik heen moet. Wat later begon het flink te regenen, dus het park was opeens een stuk minder aantrekkelijk en zo belandden we in St. Stephen’s Shopping Centre naast het park. Het winkelcentrum deed heel zomers en vrolijk aan door het vele glas en de belichting. Het deed een beetje denken aan een winkelcentrum langs de kust in de jaren ’20, terwijl het gebouwd is in 1985. Omdat we veel te veel tijd hadden verspild aan winkelen, konden we The Book of Kells niet meer bezichtigen in Trinity College aangezien dat om 17:00 sloot. Wel nog even gewandeld over de campus. En op zulke momenten wou ik dat ik ooit de keuze had gemaakt om in het buitenland te studeren.
Eenmaal thuis, Tinder aan om wat locals te vragen naar hun tips voor een restaurant. Iemand adviseerde L Mulligan Grocer. Dat zou ongeveer 20 minuten lopen van ons appartement zijn. Dus we gingen zonder kaart op pad, want ik dacht dat ik het wel uit mijn hoofd zou kunnen. Dat lukte ook wel, maar ik was vergeten op te slaan hoe het restaurant heette, dus in de stromende regen hebben we er veel langer dan 20 minuten over gedaan. Uiteindelijk bleek het restaurant wat luxer dan we hadden verwacht, dus konden we onze gastronomische ervaring ook meteen van het lijstje strepen. Ik heb hier een van de beste desserts ooit gegeten: een brownie met huisgemaakte bierkaramel, bosbessenijs en room
.
Dag 2
Na een lange nacht slaap besloten we een cultureel dagje te houden. We gingen eerst naar Dublin Castle waar we wat door de tuinen liepen en we besloten de laatste dag terug te gaan voor een rondleiding als we tijd zouden hebben. Daarna liepen we door naar Trinity College waar we de tentoonstelling over The Book of Kells bezochten (een evangeliarium uit 800) en de universiteitsbibliotheek waar op dat moment een tentoonstelling over kinderboeken was. Gezien onze studie Nederlands was dat ook de moeite waard om te bezoeken. We vervolgden ’s middags onze culturele tocht naar het National Museum of Nature, maar onderweg kwamen we de Science Gallery tegen. De toegang was gratis, dus we gingen er naar binnen. Er bleek een expositie over lifelogging te zijn. Aangezien ikzelf best een actief lifelogger ben, vond ik dit wel interessant. Je kon er meerdere experimentjes doen en projecten van kunstenaars bekijken. Een project dat me interesseerde was dat van Alberto Frigo, die fotografeert al vanaf 2003 alles wat hij met zijn rechterhand doet. Dat resulteert in een enorme collage van duizende miniatuur foto’s. We hadden nog even een gesprek met een van de medewerkers van de gallery en zij gaf Suzanne en mij allebei een recept voor lifelogging. Zo kreeg ik het advies om een app te downloaden waarmee ik elke dag een foto van mijn gezicht maak, zodat ik mezelf ouder kan zien worden (jeej!) en Suzanne kreeg als tip een apparaat aan te schaffen dat boven de grond zweeft, zodat ze nooit meer hoeft te lopen. De Science Gallery is niet zo groot, maar we liepen er toevallig tegenaan en het interactieve gedeelte was erg leuk.
Onderweg naar huis kwamen we langs the tourist office. Normaal gesproken zou ik daar voorbij lopen, maar het zag er super modern uit met interactieve beeldschermen, dus we namen even een kijkje. Mijn oog viel daar op een folder over dog races en die avond bleek er een race te zijn niet ver van ons huis. Suzanne zag het in eerste instantie niet zo zitten, maar toen we thuiskwamen en Daragh ons even gedag kwam zeggen, raakte hij erg enthusiast over mijn voornemen om naar de dog races te gaan. Hij zei dat geen enkele Airbnb gast die ooit bij hem verbleef dat ooit heeft gedaan en dat sterkte me alleen maar in mijn enthousiasme en uiteindelijk was Suzanne ook om. We zouden gaan wedden
. Ik ben vroeger weleens naar de paardenrennen geweest, dus ik had wel een beetje een idee wat ik kon verwachten. We kwamen rond 20:30 aan bij Harold’s Cross, en de races waren al in volle gang. Het was op zijn zachtst gezegd een interessante ervaring. Suzanne en ik waren redelijk netjes gekleed, omdat we daarna direct uit zouden gaan in de stad. De gemiddelde leeftijd bij de dog races is zo’n 60 jaar schat ik en het gemiddelde IQ zal daar ook wel ongeveer liggen ;). Toch was het een heel gave ervaring om mensen zo intens een hondenrace zien te beleven en ook wij werden behoorlijk fanatiek toen we eenmaal met onze stemkaartjes in de handen en een bak patat voor ons naar de race zaten te kijken.
Denkbeeldig 500 euro rijker pakten we de taxi naar Whelan’s een bar waar Madonna vorig jaar heen ging, dus daar moesten wij natuurlijk ook heen. Whelan’s is een bar waar vaak artiesten optreden die nog net niet zijn doorgebroken. Toen we binnenkwamen, was er een meisje aan het zingen en het geheel was nogal slaapverwekkend. We raakten in gesprek met drie Ierse engineers (volgens mij waren het gewoon bouwvakkers) die ons wisten te vertellen dat de bar uit twee gedeelten bestond en dat wij ons in het suffe gedeelte bevonden. Toen één van de mannen wat opdringerig werd, stapten we maar weer eens op op zoek naar iets waar wat meer bedrijvigheid was. We liepen richting het centrum, maar blijkbaar had mijn ingebouwde navigatie me in de steek gelaten, want we belandden bij The Bleeding Horse (net zoals Sebastian ooit deed: “Sebastian entered the side door of The Bleeding Horse. Lowered a Power’s Gold Label. A man approached in Britisch attire speaking French. I told him my bile was green. He said you speak French. Goo goo mick mick.”), iets zuidelijker van het centrum, waar we een wijntje deden, maar algauw werden weggejaagd door de lichten die opeens aan gingen “closing time”. Het was nog niet laat, maar we hadden geen zin in nog een wandeling, dus we besloten naar huis te gaan. Goo goo mick mick.
Dag 3
De derde dag begonnen met een voedzaam ontbijt bij Queen of Tarts (en terwijl ik dit schrijf, vis ik nog een visitekaartje van de winkel uit mijn kontzak). Daarna liepen we naar de trein om naar Howth te gaan. Howth is een klein plaatsje ten noorden van Dublin, maar wordt officieel wel gezien als deel van de stad. Je kunt er goed wandelen langs de kliffen en je kunt er goed golfen. Howth is een beetje Het Gooi van Ierland, maar dan met een zee. Er wonen veel beroemdheden waaronder Saoirse Ronan, John Banville en Larry Mullen. Verder is de film Boy Eats Girl (een vampierenfilm met Samantha Mumba) er opgenomen. Suzanne en ik besloten de korte klifwandeling te lopen die al met al toch zo’n 2 uur in beslag nam. Maar het was zeker de moeite waard: de prachtige lucht boven de zee, de verschillende kleuren groen en de rust die uitging van de omgeving. Helaas was het op de wandelroute wel redelijk druk, maar hoe verder we kwamen hoe minder mensen we tegenkwamen.
Eenmaal terug in Dublin gingen we naar het Atrium voor een traditionele afternoon tea. Aangezien het best een fancy bedoening was, voelde ik me in eerste instantie niet erg op mijn gemak met modderbrokken aan mijn broekspijpen, maar ach de rijkste mensen lopen in de meest shabby kleding, dus ik probeerde dat dan maar uit te stralen. Zonder reservering konden we bij het Atrium terecht en tussen de zakenmensen en chique dametjes genoten we van een heerlijke afternoon tea. Daarna hadden we nog wat tijd over om nog meer te shoppen bij Marks & Spencer (alsof we die in Amsterdam niet hebben).
’s Avonds maakten we ons op voor een serieus avondje stappen. Ik moest en zou ergens dansen en Daragh had ons een paar tips gegeven. Zo was het Odessa, een nachtclub gesitueerd in een voormalig hotel, en Ri-Ra. We gingen eerst naar Odessa, maar daar zaten welgeteld 4 mensen. Dus we dronken een wijntje en gingen naar Ri-Ra. Daar was het gelukkig wat drukker en er draaide een dj wat indie-rock. We waren allang blij dat er mensen waren, dus we besloten daar de rest van de avond te blijven. De mix van mensen was echter wel wat opmerkelijk, de bar bleek veel bi-seksuele klanten te hebben. Dan dacht ik dat ik even met een leuke man stond te flirten en dan stond ‘ie een paar minuten later tegen een andere man op te rijden. Uiteindelijk raakten we in gesprek met een groep Nedelandse studenten die het niet konden geloven dat ik 30 zou worden (geen idee of ze het meenden, maar vrouwen vinden dit nou eenmaal leuk om te horen). Om 3:00 was het sluitingstijd en we rolden moe, maar voldaan ons bedje in.
Dag 4
De laatste dag bezochten we voor ons vertrek naar Amsterdam nog een keer Queen of Tarts (de reden van het tweede bezoek is gezien de naam van de zaak hopelijk duidelijk) en daarna gingen we voor de rondleiding in het Dublin Castle. Helaas was de rondleiding net vertrokken, dus moesten we op eigen houtje een tour doen. Dublin Castle is eigenlijk een regeringsgebouw, maar tegenwoordig wordt het alleen voor hele speciale gelegenheden in gebruik genomen. Het heeft een beetje wat weg van de grandeur van Versailles, maar is beduidend kleiner. Ik heb een zwak voor roze tapijten, gouden prullaria en kristallen kroonluchters. Ooit hadden B.J. en ik het idee om van onze slaapkamer een mini-Versailles te maken. Dat zou ik eigenlijk gewoon nog steeds moeten doen. Ik vind het in ieder geval prachtig om te zien.
En toen was het alweer tijd om naar huis te gaan. De vier dagen gingen ontzettend snel voorbij, maar evengoed hebben we veel gezien en gedaan. En waar het bij mij ook vooral om gaat, is dat ik even tot rust kom in een andere stad waar niets moet en alles mag.