Overal veilig

photo (1)Het is koud in de stad. Je merkt het aan de gesprekken die standaard starten met: “Tering, wat is het koud,” en het dunne laagje ijs dat op het water ligt.

Ik heb zin om te schaatsen en te kijken of het ijs me houdt. Maar zodra ik me op de gladde vlakte zal begeven, weet ik dat het zal bezwijken onder mijn gewicht. Dan word ik omarmd door het ijskoude water als Leonardo in Titanic en weet ik dat ik zal bevriezen voordat jouw hart is ontdooid. Dus ik doe het niet, want ik weet wat gevaarlijk is.

Eigenlijk is het best bijzonder dat ik nog leef. Statistisch gezien heb ik een grotere kans om het loodje te leggen dan, pak ‘m beet een huisvrouw uit Lutjebroek zonder rijbewijs. In woon in de hoofdstad van Nederland, ik rijd motor en ik fiets (dat laatste is in Amsterdam echt een risicofactor. Ze zouden je korting op je verzekering moeten geven als je niet fietst in Amsterdam). En desondanks voel ik me veilig.

Volgens de meest recente cijfers is Amsterdam de meest criminele stad van Nederland met 46.474 misdrijven en 821.702 inwoners betekent dat dat één op de zeventien mensen slachtoffer is geweest van een misdrijf het afgelopen jaar, verstoring van de openbare orde stond op één. Ik niet, ik bleef ongedeerd. Natuurlijk. Wie wil mij nu beroven, buiten een hele hoop vintage kleding en vunzige gedachten valt er niets te halen. En wie wil mij kwaad doen? Er valt weinig te verstoren behalve de innerlijke orde.

We weten allemaal dat deze stad, die al meer dan 700 jaar bestaat, leunt op palen. Wat als die palen wegrotten, geveld worden door houtkanker? Dan stort het centrum in en dan zal een statig grachtenpand op me vallen zo hard als ik op jou viel en dan zal ik in ieder geval in stijl zijn gegaan. Maar ik weet dat dat niet gebeurt. Ik vertrouw erop dat er mensen zijn die meer weten van natuur en architectuur dan ik en dat ze wisten waar ze mee bezig waren toen ze zevenhonderd jaar geleden bedachten dat het wel hout sneed om een stad op palen te bouwen.

En uiteraard fiets ik. En in Amsterdam heb je goede en slechte fietsers. Ik hoor bij de goeden. Jij bij de slechten. Ik wacht netjes voor rood licht, steek mijn hand uit als ik afsla en als er een batterij in mijn lampjes zit, kunnen mensen me heus wel zien. Als ik niet fiets, rijd ik op twee wielen met 130 over de snelweg, niet geheel risicovrij: *quote CBS* Het aantal doden per afgelegde kilometer was in de periode 2006-2009 circa 20 keer zo hoog voor motorrijders als voor auto-inzittenden *unquote*. Ik heb een monster tussen mijn benen, ik weet het, maar ik vertrouw erop dat hij me niets doet.

En ik fiets ’s nachts door het park, omhoog kijkend naar de sterren die zwichten voor de lichten van de stad. En ik ben niet bang voor alles wat verscholen kan zitten in de struiken. Want ik denk niet dat er iemand, behalve jij, zomaar vanuit het donker toe zal slaan.

Ik zorg ervoor dat niks me kan raken en voor wat hypothetisch zou kunnen gebeuren, ben ik niet bang. Ik denk altijd dat ik wel 110 kan worden (ik kom hier wellicht later op terug). De arts van Walter White in Breaking Bad zegt ook dat positief denken helpt, dus ik denk positief. Ik word oud. Dat kan ook, want ik ben overal veilig…behalve bij jou.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s