Het is 1966.
Willem zit rechtop in zijn bank. Hij kijkt ernstig naar de meester. De meester leest voor uit de Bijbel. Een moment waarop je in de klas een speld kan horen vallen.
Niemand waagt het om iets te zeggen want je weet dat je dan met meester Hin aan de stok krijgt. Wat er in die bijbel staat interesseert Willem niet zo, hij begrijpt er ook weinig van. Zijn moeder heeft de Bijbel ook al zo hoog zitten, dus Willem weet dat je maar beter niet kan spotten met het boek. Als meester Hin klaar is met zijn voordracht loopt hij naar de kast die in de hoek van de klas staat en bergt het boek daarin op. Achter zich hoort Willem Karel Koppes zachtjes een liedje zingen:
De dominee van takkenbos,
die wist niet waar hij kakken mos.
Hij kakte in zijn onderbroek,
een oliekoek.
Ie, wie, waai, weg.
En Johannes de Doper,
zijn pik is van koper,
zijn reet is van blik.
Af ben ik
Willem heeft dat wijsje weleens eerder gehoord, toen hij met wat vriendjes in de speeltuin was, werd het stiekem gezongen. Niemand had enig idee wat het betekende, maar meester Hin wel. Hij draait zich met een ruk om en kijkt direct in de richting van Karel. Meester Hin heeft aan het begin van het schooljaar gezegd dat hij ogen in zijn rug heeft. Willem heeft ze sindsdien proberen te ontwaren, en hij vroeg zich af of de ogen op de een of andere manier op onzichtbare wijze in het jasje van meester Hin waren genaaid. Met ferme passen loopt meester Hin naar Karel toe die in de bank achter Willem zit. Willem durft zich niet om te draaien om de angst af te lezen in de ogen van Karel. Hij voelt het geschuif van Karels bank tegen zijn rug en een tel later sleept meneer Hin Karel aan zijn bovenarm door de klas richting de hoek.
Iedereen weet wat er gaat gebeuren als je mee wordt genomen naar de hoek. “Jongens en meisjes, kijkt u allen eens goed naar deze verdorven ziel.” De klas draait het hoofd richting de hoek en daar staat Karel met zijn hoofd gebogen naar de grond te staren. “Ik duld geen blasfemie in mijn lokaal!” buldert meester Hin verder. Hij brengt zijn rechterhand omhoog en geeft daarmee een vlakke pets in het gezicht van Karel. Die verroert zich niet. Een tweede klap volgt en een derde. Daarna pakt meester Hin zijn oor vast en zegt hij op scherpe toon: “Wie het geloof of Jezus Christus ten schande maakt, zal ervan lusten. Knoop dat goed in je oren, Koppes.” Karel staart nog steeds naar de grond en mompelt: “Ja…ja.”
Er volgt nog een uithaal. “Wat ja?” “Ja, meneer.” Meester Hin laat Karel los en loopt terug naar zijn lessenaar. “Zo…klas…pak allemaal jullie wiskundeschrift. Wij gaan eens wat sommen maken.” Willem buigt zich over de staartdelingen, terwijl Karel zich de rest van de middag over zijn eigen voeten buigt in de hoek.
Ruimte
Scrabeuze uitingen zijn van alle tijden. Niet zo lang geleden werden Nederlandse kinderen tijdens de lessen nog afgeranseld wanneer ze zich spottend over Here Jezus uitlieten. Zo wist mijn vader mij gisteravond te vertellen. Gelukkig is dat nu niet meer zo. Ik heb regelmatig gesprekken over religie tijdens mijn lessen en dan kunnen de leerlingen zeggen wat ze willen. Of ze nu denken dat god niet bestaat of dat ze het gevoel hebben dat er toch ‘iets’ is, daar is ruimte voor. En die ruimte zou overal moeten zijn want ruimte hebben we nodig om te bewegen, letterlijk en figuurlijk.
Dat die ruimte niet overal aanwezig is, is afgelopen week gebleken. Binnen de specifieke groep van terroristen die aanslagen pleegt in de naam van hun god is er geen ruimte voor satire. Deze groep denkt te zullen worden beloond als ze aan de hemelpoort zegt dat ze een voltallige redactie van een satirisch blad heeft afgeknald. IS blijkt tegenwoordig een autoriteit op het gebied van het “goede en rechtschapen” leven. In de uitzending van Eenvandaag is te zien hoe ze de Franse moslims oproepen om de ongelovigen aan te vallen. Nu zegt natuurlijk de hele wereld heel politiek correct dat niet alle moslims zo zijn. Dat deze terroristen maar een kleine groep vormen binnen de hele Islamitische gemeenschap. Dat is zo. Maar toch plegen ze deze, en vele andere, aanslagen in de naam van hun god.
Pak aan
Er is geen enkele andere groep die de afgelopen jaren zo vaak geassocieerd is met geweld en terreur als de moslimextremisten. Nooit hoor je dat sushi-chefs, yoga-freaks of Nordic walkers andersdenkenden een kopje kleiner hebben gemaakt “Jij eet nog steeds liever Chinees dan Japans? Nou…hier (steekt twee eetstokjes in de ogen van tegenstander) pak aan.” Het kan niet anders dan deze extreme opvattingen starten vanuit het basisgeloof en later uitgroeien tot deze uitzonderlijke haat jegens de ongelovigen. Het geloof moet ervoor zorgen dat deze excessen niet meer kunnen plaatsvinden en daarvoor zal het moeten veranderen.
Het katholicisme heeft zich door de jaren heen ook vernieuwd. Meester Hin bestaat niet meer en als ik nu tegen mijn oma zeg dat ik geloof dat er niets is na de dood dan hebben we een gesprek. Vroeger zou mijn vader een draai om zijn oren hebben gekregen. Het heeft eeuwen geduurd voordat de westerse wereld op dit punt kwam, een punt van acceptatie van verschil en ruimte voor eigen interpretatie van het geloof en de wereld om ons heen. Ook het artikel op de website van Charlie Hebdo bevestigt mijn vermoedens: “In de landen waarin de meeste atheïsten leven, komt het minste geweld voor.”
Verkoeling
Ik weet dat ik met dit blog meewerk aan het creëren van een “wij” en “zij” gevoel. Maar dat kan ook niet anders want we begrijpen elkaar niet. Een andere opvoeding en andere normen en waarden zorgen ervoor dat er altijd onbegrip zal zijn. Hoezo lopen die mooie vrouwen met hun prachtige haren met een hoofddoek op? Wees trots, laat je haar wapperen. En als ik in de zomer al die vrouwen bedekt bij het zwembad zie zitten met 30 graden wil ik ze bijna eigenhandig in het water duwen. Geniet, koel af! Ik wou dat ze wisten hoe fijn het is om gewoon in het zwembad te kunnen zwemmen. Ik gun ze dat, die vrijheid. Maar misschien is dit de arrogante westerse houding en zien zij juist met lede ogen toe hoe mijn halfnaakte lijf dat verkoeling zoekt in het zwembad later zal branden in de hel.
Maar geloof verandert en dat geeft hoop. Het geeft hoop dat ook de Islam over een x aantal jaren in staat is om zijn volgelingen ruimte te geven om te zeggen en doen wat ze willen en daarnaast de meesters Hin op hun vingers tikt.
3 reacties op ‘De pik van Johannes is van koper!’