Over precies 6 maanden is het zover. Dan besta ik 30 jaar. En ik vind het fucking gaaf.
Het is me al bijna 30 jaar gelukt om niet dood te gaan. En dat is toch een hele prestatie gezien de gevaren die overal op de loer liggen. Ik ben blij dat kanker het (nog) niet op me heeft gemunt en dat ik nog niet ten prooi ben gevallen aan de gevreesde “val” (niet-natuurlijke doodsoorzaak nummer 1 bij vrouwen). Gelukkig hoef ik, anders dan mannen, niet bang te zijn voor mijn eigen hand. Want volgens de statistieken slaan mannen vaker de hand aan zichzelf.
Ik ben ook niet bang om ouder te worden. Ik daag de jaren uit en zie ze met veel enthousiasme tegemoet. Rimpels, spekvet en kinhaar worden overschaduwd door kennis, ervaring en een grotere mate van zelfstandigheid.
Maar toch zijn er ook stomme dingen aan dertig worden. Nu ik bijna 30 ben, kan ik de balans van de afgelopen 10 jaar opmaken. 10 roerige jaren waarin ikzelf en de mensen om mij heen flink zijn veranderd en dat vind ik niet altijd even leuk. En hoe kan het ook anders? We studeerden af, maakten reizen, gingen werken of nog een keer studeren en uiteindelijk ploften we voorgoed met een wijntje op de bank. We hebben geleefd, gefeest, gebeest en nu is het tijd om… ja, om wat eigenlijk?
De komende maanden zal ik tot ik dertig word een kritische blik werpen op het terrein van de dertiger om antwoord te geven op de vraag: wat moet je doen als je dertig bent geworden? En ik weet dat dat me soms niet in dank af zal worden genomen.
Activiteit 1: Kindjes maken & Facebooken
In 1980 was je laat als je op je dertigste je eerste kind verwelkomde. Nu ben je prima op tijd. In 2010 kregen vrouwen hun eerste kind op de gemiddelde leeftijd van 29,4 (dat is dus voor mij twee maanden geleden. Ik ben dus officieel altijd te laat met mijn eerste kind), in 1980 was dit overigens 25,6.
Het is dus niet gek dat de een na de ander de afgelopen jaren komt met de heugelijke mededeling: “Ik/wij ben/zijn zwanger.” Om vervolgens nog in een verhitte discussie te geraken over de onjuistheid van de mededeling: “Wij zijn zwanger.” Dat de baby’s in de buiken van mijn vriendinnen groeien is duidelijk: ze worden dikker en ze stralen geluk uit. Die straling brengen ze ook over op hun naasten, die beginnen ook weer te stralen (waarom dat is, weet ik niet, maar het zal ergens wel te maken hebben met moeder- en oergevoelens) en telkens weer realiseer ik me: ik ben immuun voor het virus. Ik voel geen steek van vertedering in mijn hart als ik baby’s zie, ruik of hoor. Ik vind het allemaal niet zo bijzonder aangezien de wereldbevolking uit 7 miljard schepsels bestaat, lijkt het me dat het krijgen van kinderen wereldwijd vaker voorkomt dan…pak ‘m beet: een wisselstoring bij de NS, het slachtoffer worden van fietsendiefstal in Amsterdam of een barista cursus volgen als personeelsuitje. Maar toch is het elke keer weer groot nieuws als iemand zwanger is en langzaamaan wordt de wereld steeds een beetje kleiner met de komst van de kleine. En dan hebben we Facebook nog…
Kinderen zijn als een olievlek op Facebook en hij breidt zich steeds verder uit. De een na de andere dertiger schijt er een kind uit en opeens is dat HET LEVEN. Facebookers lijken slachtoffer te zijn geworden van het “Benjamin Button”effect; ze zijn er allemaal jonger op geworden. Alleen nog foto’s van baby’s in luiers, baby’s in badjes, baby’s in parken of op terrasjes (het zijn immers wel Amsterdamse baby’s), baby’s bij katten en honden, baby’s met rodekool smoeltjes, baby’s in/op de buik. Het duizelt me: met wie ben ik nu bevriend? Met hen of met hun kind? Of misschien zijn zij wel het kind geworden. Heeft het kind als in een slechte science-fiction bezit genomen van mijn Facebookvriend.
Nu moet ik uiteraard weer enige nuance aanbrengen, anders heb ik straks geen Facebookvrienden meer (wie dat ook mogen zijn), ik ben hart-stik-ke blij voor mensen die kinderen willen en ze kunnen krijgen. En ik gun iedereen die weet waar hij naar het geluk moet zoeken, dat te vinden. En natuurlijk zijn niet alle papa’s en mama’s zo bedreven in het scoren van likes voor hun wolk. Zij zijn, net als ik, gewoon bezig met delen wat hen bezighoudt (ook weer zo’n ding van de dertiger). Ik hoop alleen dat dat niet het enige is.