In de trein zitten is bijna zoals in de bioscoop zitten. Je betaalt veel te veel geld voor een kaartje en krijgt dan een hele hoop onverdraagbare ellende te zien en te horen.
In de trein kijk je naar korte filmpjes die langs je raam voorbij schieten. Je ziet mensen, hoofdrolspelers, in filmpjes die maar een paar seconden duren: een man met een schoffel onder zijn arm in Westerpark, twee jongens die samen een jointje rollen op centraal station en een meisje in een veel te grote jurk dat achter iemand aanrent.
In de coupé zelf zitten mensen die meespelen in de film van jouw treinreis. Ze zijn de bijpersonen zolang de reis duurt: een knappe jongen met wit shirt, zwarte broek en witte schoenen die nonchalant aan het browsen is, twee meisjes die genieten van een Swirl en een ouder echtpaar dat niets zegt. Ze zijn al zo lang samen. Ze hoeven niets te zeggen, ze lezen elkaar.
Dan hoor ik achter me een stem. De stem introduceert zichzelf aan de telefoon met de naam Amber. Amber belt met Steffie, omdat ze wil weten hoe het met Steffie gaat. Amber had sowieso niet verwacht Steffie te spreken te krijgen, want “meestal bellen wij van voicemail naar voiemail” hihi. Steffie schijnt zich voor een paar weken ergens op te hebben gesloten zonder iets of iemand. Het lijkt erop dat Steffie de rust opzoekt (en hoogstwaarschijnlijk niet zit te wachten op dit telefoontje van Amber), maar Amber maakt van de gelegenheid gebruik om haar hart te luchten.
Ten eerste gaat het niet goed met Amber haar moeder. De arme vrouw heeft tijdens een vakantie in Frankrijk haar knie verdraaid en moest de hele vakantie met krukken lopen. Eenmaal terug in Nederland werd de arme vrouw door een wesp gestoken tijdens het wateren van de geraniums. Dit gebeurde op vrijdag. De wespen bevonden zich in een holle boom naast de geraniums. Op zaterdag ging mama weer in de weer met een gieter en die geraniums (je kunt ze immers niet laten verdorren was het commentaar van Amber)en toen werd ze potverdorie nog een keer gestoken. Toen raakte mama in paniek, want ze had gehoord dat er iemand in de buurt was omgekomen na vier wespensteken. Dus mama had met het kleine beetje energie dat ze nog in zich had de ambulance gebeld. Dat was volgens Amber een heel drama. ” Het is echt heel zielig voor mama en daarom ga ik nu ook naar haar toe.”
Amber, de goedheid zelve, vertelt verder dat ze morgen een dagje naar Antwerpen gaat met mama. Er is namelijk een expositie met allemaal veren waar ze graag heen wil. En het is al veel te lang geleden dat ze voor het laatst in een museum is geweest.
“Verder heb ik niet zo veel te vertellen.”
Maar Amber is toch nog niet uitgepraat. Steffie vertelt kennelijk dat ze in haar eentje een leuke avond heeft, maar Amber voelt daar weinig voor: “Ik ben soms ook alleen, maar dan kan je je ook heel eenzaam voelen en dan denk ik :”zie mij hier helemaal zitten, niemand die met me af wil spreken en dan kan ik mezelf echt helemaal naar beneden halen.” Steffie heeft er blijkbaar geen last van. Dat blijkt uit de waardering die Amber voor haar uitspreekt.
Waar Amber ook weinig voor voelt is het houden van een presentatie op haar werk. Zo moest ze afgelopen vrijdag een presentatie houden voor maar zeven mensen en ze zou er niet eens op beoordeeld worden. Al een hele week wist ze dat ze vrijdag moest presenteren en ze hield zichzelf maar voor dat het “no big deal” was. Maar toch ging het mis. Amber kreeg een paniekaanval en stormde tijdens de presentatie de ruimte uit. “Sinds vrijdag realiseer ik het me pas…ik kan dit allemaal niet. Als ik al geen presentatie kan houden, hoe moet ik dan omgaan met die deadlines van mijn studie? Ik ben het hele weekend ziek geweest. Ik was helemaal ui-ge-put. Ik ga binnenkort met mijn mentor praten, want ik denk niet dat ik het nieuwe schooljaar moet beginnen.”
Dan wordt Randall geïntroduceerd. Wie deze figuur is, wordt niet direct duidelijk, maar dat Amber met hem samenwoont (in welke constructie dan ook) is een feit. Want volgens Amber hebben ze een manier gevonden om met elkaar om te gaan. Hij zegt dat hij morgen weg is. Wel vindt Amber dat Randall zich vreemd gedraagt. Amber noemt haar huis niet bepaald steriel, maar van het weekend had ze een fles rode wijn, die op de tafel stond, in een kastje gezet. De volgende dag stond die fles wijn weer op de tafel. Dat had Randall gedaan, omdat er volgens hem iets miste in huis. Verder heerst er een rare spanning. Gisteren had Amber gekookt en Randall gesms’t of hij mee wilde eten. Daarop volgde er een discussie, omdat Randall vond dat er vlees in het eten moest zitten en dat had Amber niet gedaan. Later aan tafel zag Amber dat Randall zat te piekeren. Ze vroeg waar hij aan dacht, maar hij wilde het niet zeggen. Volgens Amber had hij het nog niet helemaal afgesloten voor zichzelf.
“Afijn, het is goed als ‘ie weg is. Dan is dit hoofdstuk ook weer afgesloten.”
Amber komt tot de conclusie en dat had haar psycholoog ook al gezegd, dat het allemaal wat te veel is. “Zelfs de dingen die ik leuk vind, kan ik niet meer doen.”
Diepe zucht…
“Ik ben gewoon ook een moeilijk meisje.”