Ik ben bijna 30. Ik durf nooit iets te vragen. Simpelweg omdat ik denk dat mensen niet op me zitten te wachten.
Zonnebrillen en planten (en mannen) hebben met elkaar gemeen dat ze het nooit lang bij me uithouden. Zelfs als ik een plant elke week water geef, hangt hij er na een paar maanden slap bij. Zonnebrillen ondervinden doorgaans hetzelfde lot. Ik draag meestal een zonnebril in de auto. De destructie van de zonnebril gaat dan als volgt: ik stap uit de auto, besluit dat ik mijn bril binnen niet nodig heb en gooi de bril op de stoel van de bestuurder. Na een lange dag zwoegen kom ik weer bij mijn auto, stap in en vermorzel met mijn achterste de zonnebril. Vele vintage parels zijn door toedoen van mijn reet al in de prullenbak verdwenen dus de oplossing was: goedkope H&M brilletjes. In april bedacht ik iets anders: ik kocht een dure bril van Chanel, die kwam in een doosje, zodat ik het niet meer in mijn hoofd zou halen om de bril zonder doosje op de stoel te werpen. Het ding kostte immers een hoop geld.
Helemaal happy met mijn nieuwe bril kwam ik iets langer dan een maand geleden thuis. Ik vouwde de bril op om hem netjes in zijn bedje te leggen, maar ik merkte dat het pootje niet goed stond. Een miezerig klein dingetje was losgeraakt en daardoor stond de poot scheef. Met hamer en nijptang probeerde ik zelf het dingetje (want ik weet nog steeds niet wat het nou precies was) weer op het pootje te duwen, tevergeefs. Ik wist dat het onvermijdelijke moest gebeuren: naar de opticien gaan. Wekenlang ben ik steeds langs de Kinkerstraat gefietst zonder de opticien durven binnen te stappen. Waarom zouden ze me helpen? Ik heb die bril toch niet daar gekocht? Ze willen toch liever alleen maar klanten die een peperdure bril komen kopen? Kortom, ik deed wat ik altijd doe: Redenen bedenken waarom mensen niet op me zitten te wachten.
Maar vandaag was de dag. Ik moest pasfoto’s laten maken voor het motorrijbewijs dat ik wel/niet woensdag ga halen en ik moest naar de schoenmaker en ik dacht: fuck it, dan kan die bril ook wel mee. Er zitten wel 6 opticiens op de Kinkerstraat dus ik koos de winkel waarvan ik dacht dat ze het minst niet op me zaten te wachten. Het werd de Pearle. Dus met mijn liefste glimlach zei ik: “Ik heb een beetje een rare vraag, ik heb een zonnebril gekocht, maar niet hier en nu is hij stuk en ik weet niet zo goed hoe het werkt, want ik heb hele goede ogen dus ik kom nooit bij een opticien.” Terwijl ik hap naar adem komt er een uiterste vriendelijk ogende (klein bierbuikje, grote bruine ogen, veel haar op de armen) meneer naar me toe. “Goedemiddag, nou heb je die bril bij je?” Ik knik en rits mijn rugzak open en geef hem de bril. De man bekijkt de bril aandachtig “Ooh…ik zie het al…het pootje is gaan werken en daardoor heeft hij dat moertje eruit gedrukt…ik zal het wel even vijlen voor je.” De man verdwijnt achter zijn werkbank en gaat in de weer met allemaal apparaten waarbij hij steeds tekst en uitleg geeft. Ik heb het idee dat ik mijn zonnebril naar de dierenarts heb gebracht. Na vijf minuten zegt hij met zweetdruppels op zijn voorhoofd: “Operatie Chanel bril geslaagd.” En ik laat een typische “Jeej!” klinken. Met mijn portemonnee in mijn hand vraag ik wat ik hem schuldig ben, maar hij schudt zijn hoofd en zegt: “Niets joh! Ik ben al blij dat je nu lekker van het zonnetje kan genieten vandaag.”
“Zie je wel dat het meevalt…” zou mijn moeder zeggen.
Een reactie op “Dag #8 – Operatie Chanel –”