Tussen 04:48:22 en 06:51:16 uur kwam ik erachter dat je heel moeilijk in slaap kunt komen als je alles weet wat er te weten valt, en dat superkrachten, hoe krachtig ook, nergens goed voor zijn als je in je eentje in het donker ligt te huilen.
In iBoy krijgt de 16-jarige Tom een iPhone op zijn hoofd waarna hij zelf een soort iPhone wordt.
Cijfer: 7.5
Bedenk het zo gek nog niet of je kunt het tegenwoordig met je telefoon regelen: sporten, afvallen, koken, reizen, bankieren, autorijden, winkelen etc. En stel je eens voor dat je je telefoon zou kunnen integreren in je hoofd. Een menselijk lijf met de mogelijkheden van een iPhone. Een beetje bizar en het heeft een hoog science- fiction gehalte, maar in iBoy gebeurt het. De 16-jarige Tom woont al zijn hele leven in een achterbuurt van Londen, genaamd The Crows. Als hij nietsvermoedend op weg is naar zijn beste vriendinnetje, krijgt hij een iPhone op zijn hoofd. Tom raakt bewusteloos en ligt enige tijd in coma. Als hij weer bijkomt, merkt hij dat zijn hersens zijn getransformeerd in een soort iBrain, met alle functies die een iPhone ook heeft. Tevens beschikt Tom over een soort krachtige laserstraal waarmee hij desgewenst vijanden kan uitschakelen. Dat is mooi meegenomen wanneer je er achter komt dat een bende je beste vriendin verkracht heeft.
iSelf
Kevin Brooks begint elk hoofdstuk met een anekdote of een informatief stuk dat hij opgezocht heeft op het internet. Elk fragment is een verdieping van wat er in het hoofdstuk wordt verteld. Aristoteles, Boeddha en Kevin Brooks zelf worden geciteerd, maar het fragment dat het meest bijblijft is dat van oud-veteraan David J. Chambers in Supersizing the mind van Andy Clark:
“(..) Mijn iPhone is niet mijn instrument, tenminste, niet helemaal. Delen ervan zijn delen van mijzelf geworden.”
Ook in mijn hoofd
Ik reageerde in eerste instantie wat lacherig op het verhaal van iBoy. Een iPhone worden, ha…. Maar ik denk dat Brooks het eigenlijk meer bij het rechte eind heeft dan ik dacht. Mijn iPhone zit ook in mijn hoofd. Ik sta er mee op, ga er mee slapen. Gebruik hem voor alles: mijn foto’s, mijn vrienden, mijn notities, mijn gewicht, mijn spelletjes, mijn woordenboek, mijn films, mijn reizen, mijn winkelen. Als ik in gezelschap ben, check ik regelmatig mijn telefoon en ik weet dat anderen dat ook doen, is dat onbeschoft of een logisch gevolg van een digitaal leven naast het analoge leven. Tegenwoordig kun je zelfs je telefoon checken, om te checken of de andere aanwezigen gecheckt willen worden (Tinder). De mensen die in het bezit zijn van een smartphone behoren tot de eerste generatie menselijke superhelden, ze kunnen dingen die mensen honderd jaar geleden aan het bovennatuurlijke zouden toeschrijven.
Twijfel
Tom heeft met zijn iBrain toegang tot alle kennis van de wereld waardoor hij, volgens hem, nooit meer hoeft te leren, want hij kan alles meteen opzoeken en zou daarmee de slimste student ooit zijn. Ook een veelgehoorde klacht is dat de smartphone ons dommer maakt. We hoeven inderdaad ook niet te leren, alle informatie is een paar muisklikken weg. Tom wordt zelf wel eens bang van de mogelijkheden die hij heeft en soms verlangt hij ernaar om weer een gewone jongen te zijn. Ik denk dat Brooks met die overpeinzing nog een wijze les wilde meegeven, maar dat is overbodig. Al zonder de twijfel van de hoofdpersoon ga ik stilstaan bij de superkrachten die mijn iPhone me geven.
Spreekbuis
iBoy is dus vooral een verhaal dat beangstigend actueel is en Brooks deinst er niet voor terug om zijn hoofdpersoon te laten dienen als spreekbuis. Brooks maakt zich zorgen en die zorgen deelt hij in dit boek. Is dat vervelend? Nee, absoluut niet. Ik vind dat hij op een creatieve wijze omgaat met het thema en door middel van het creëren van een nieuw soort superheld, wordt het verhaal niet belerend of saai.
Verder is iBoy een vlot geschreven boek dat met het taalgebruik en niet al te volle bladzijdes zeer geschikt is voor jongeren. Omdat er verschillende dieperliggende thema’s zijn naast de vrij makkelijk te volgen plot, is het boek geschikt voor verschillende niveaus en leeftijden. Het enige minpunt is af en toe de rechtlijnigheid van het verhaal en de eendimensionale karakters. Sommige bijpersonen zijn erg interessant, maar daar wordt dan weinig over verteld. Als het boek wat dikker was geweest, dan had het verhaal nog net iets meer body gehad.