Cijfer: 6
“Het was geen straf om te lezen, maar een gemiddelde drie sterren Sudoku is uitdagender.”
IV is het eerste boek dat ik van Arjen Lubach heb gelezen. Ik kreeg het voor mijn verjaardag van vriendinnen en had eerlijk gezegd na Grunberg en Wieringa wel zin in iets luchtigers. Bovendien werd het boek door Monique Burger aangeraden en toen Lubach dat hoorde haastte hij zich naar De Nieuwe Boekhandel om daar een aantal exemplaren te signeren. Waaronder het exemplaar dat ik voor mijn verjaardag kreeg.
IV is een bonafide thriller. Het boek gaat over Elsa Ruys dochter van Marcus Ruys, emeritus hoogleraar middeleeuwse schriftcultuur. Wanneer Marcus Ruys wordt vermoord, wordt er een mysterieuze puzzel ontketend die Elsa samen met Robin, een studente aan de universiteit , en Maarten van Eck, een oud-collega van Marcus en televisiefiguur, moet oplossen. Het drietal wordt naar verschillende plekken in Amsterdam gestuurd om het raadsel op te lossen dat Marcus voor hen heeft achtergelaten. Ondertussen worden ze op de hielen gezeten door ene Jacob die er alles aan lijkt te doen om te verhinderen dat de drie musketiers achter de waarheid komen.
De tijd die in het hele boek verstrijkt is iets langer dan 24 uur. Om het overzichtelijk te maken heeft Lubach het boek ingedeeld in korte hoofdstukjes die steeds beginnen met de tijd en de plaats waar het verhaal zich op dat moment afspeelt. Handig. Verder is het verhaal chronologisch opgebouwd met enkele terugverwijzingen en mijmeringen naar het verleden. Voor de lezer valt er wat dat betreft weinig te speuren. De route is keurig uitgestippeld. Dit lijkt soms ook het geval voor de queeste van de hoofdpersonen. De mysteries worden in een handomdraai opgelost en de meest onmogelijke zaken zijn voor hen binnen handbereik. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat er weinig spanning op handen is, maar alles wat er gebeurt is voor de hand liggend en voorspelbaar. Lang voordat de werkelijke ontknoping zich voor deed, had ik al door hoe de vork in de steel zat met die IV.
Al eerder noemde ik dat IV een bonafide thriller is. Alle genrekenmerken zijn in het boek terug te vinden en ook de schrijfstijl is beeldend. Bij veel scenes kon ik voor me zien hoe de personages reageerden omdat ik het al zo vaak voorbij heb zien komen in films en series. Ook de dialogen zijn doorspekt van dit soort clichés. Wanneer IV de telefoon opneemt zegt hij hooghartig: “spreek.” Of de politieagent slaat gefrustreerd met zijn hand op het dak van zijn auto nadat de verdachten zijn ontkomen. Het is niet dat deze elementen storend zijn, maar wat ik lees heb ik al eerder gezien. En dat maakt het boek in zijn geheel weinig vernieuwend of verrassend.
Recensenten zijn verdeeld over het boek. Op posters in de stad staan lovende woorden als ‘boeiend, uitstekend’ gedrukt, maar er zijn ook recensenten die menen dat Lubach een literair schrijver is en dat IV een grap is. Ik ben benieuwd naar de mening van Lubach hier over. Zelf ben ik een liefhebber van verhalen. Het moet me bij de lurven pakken en voor een bepaalde tijd niet meer loslaten. IV doet dat niet, of het boek nu ironisch bedoeld is of niet. Dat komt denk ik door de voorspelbaarheid en de vergezochte ontknoping. Ik word nergens echt verrast zelfs niet door die belachelijke ontknoping.
Toegegeven, Lubach heeft een interessante complottheorie bedacht die om bepaalde redenen ook nog zeer actueel is. En hij is er in geslaagd om mij iets meer te interesseren voor onze monarchie en de geschiedenis van het Koninklijk Huis. Wat verder nog wel leuk is aan het boek is dat Lubach vele plekken in Amsterdam zeer gedetailleerd beschrijft, wat voor de Amsterdammer natuurlijk een feest der herkenning is, want Lubach houdt van de stad, net als ik.
Misschien is IV niet het beste boek om mee te beginnen als je iets van Lubach wilt lezen. Het is een verhaal uit duizenden dat afgezien van enige historische interesse helemaal niets bij mij wist op te roepen. Het was geen straf om te lezen, maar een gemiddelde drie sterren Sudoku is uitdagender.
Een reactie op “IV – Arjen Lubach”